Het Haringvliet is een afgesloten zeearm, in de Zuid-Hollandse delta. Dat is het niet altijd geweest. Voor 1970 stond het Haringvliet nog in open verbinding met de Noordzee: er was volop getij en een geleidelijke overgang van zout naar zoet water, waardoor trekvissen konden paaien. De komst van de Haringvlietdam heeft dit brakke getijdengebied veranderd in een zoete rivierarm, waar de dynamiek verdwenen is en waar trekvissen niet meer van zoet naar zout kunnen paaien.
Natuur herstelt zich weer
Het Kierbesluit moet ervoor zorgen dat trekvissen wel weer kunnen paaien en wellicht een deel van de dynamiek weer terugkomt. Ook het besluit om Tiengemeten aan te wijzen als natuurgebied, moet ervoor zorgen dat natuur weer herstelt, en trekvogels het eiland gebruiken als tussenstop in hun tocht van West-Afrika naar Scandinavië. Steltlopers zoals kieviten zijn gek op slikplaten van Tiengemeten. Ook lepelaars zoeken voedsel in het slik. Die zoeken juist weer stekelbaarsjes iets dieper in het water. Allerlei soorten komen op deze plek af om te fourageren. Ook de tureluur en de kemphaan zijn soorten die tussen de kieviten door hun kostje bij elkaar scharrelen.
Vogels op Tiengemeten
Op Tiengemeten inventariseert Rob Burgmans al 25 jaar de vogels en zag het gebied veranderen. Vroeger, in het akkerbouw gebied, telde hij rond de 25 soorten. De afgelopen 12 jaar, sinds het gebied natuur mocht worden telt hij maar liefst 75 nieuwe vogelsoorten. Hij neemt Menno mee op een speciale missie. Er moet hier een vogel zitten die we in Nederland nauwelijks tegenkomen: de roodhalsfuut. Een nieuwe vogelsoort die hij voor het eerst heeft waargenomen.