Het aantal otters dat nu in Nederland leeft wordt geschat op 400. In 2002 werden de eerste exemplaren uitgezet in de Wieden-Weeribben in Overijssel, nu nog steeds de kraamkamer van de otters in ons land. Daar worden vooral veel jongen geboren die vervolgens het land ingaan naar een eigen plekje. Voor de landelijke monitoring van otters verzamelt zoogdieronderzoeker Hugh Jansman van Wageningen Environmental Research 1000 otterkeutels, zogeheten spraints. Met deze spraints wordt d.m.v. DNA-onderzoek bekeken om welke otter het gaat, waar hij vandaan komt, het geslacht en of het een jong van een bepaald paar is.
Spectaculair
“De winterperiode is hét moment dat otters massaal hun territoria markeren met keutels, en dan vinden wij ze ook het makkelijkst”, zegt Jansman. Een heel netwerk aan wetenschappers en vooral vrijwilligers is in deze tijd van het jaar bezig met het verzamelen van keutels. Over dat onderzoek is pas over een jaar meer bekend, maar nu al is te zeggen dat het, ondanks dat een kwart tot één vijfde van de populatie als verkeersslachtoffer eindigt, het goed gaat met de otter.
“Spectaculair is het verschijnen van de otter in de Nieuwkoopse Plassen rond 2010, met vervolgens elk jaar meer otters, zodat je nu wel van een bolwerk kan spreken. Vervolgens jonge otters in Reeuwijk, onlangs gezien. Ook in een plas dicht bij Amsterdam zijn al keutels gevonden, kortom een enorm succesverhaal!” Dat het goed gaat met de otter komt volgens Jansman door de zachte winters van de laatste jaren. Als er ijs ligt kunnen ze slecht bij hun voedsel, dus milde winters zijn heel voordelig. Bovendien zien we dat jonge otters veel Amerikaanse rivierkreeft eten, een exoot die enorm aan het oprukken is maar voor otters dus een zegen zijn.