Verschillende paddenstoelen hebben zich sterk gespecialiseerd. Het Elzekatjesmummiekelkje is er daar één van. Het is te vinden op het moment dat de Elzen in bloei staan en leeft uitsluitend op de mannelijke katjes van de Els.
Het Elzekatjesmummiekelkje (Ciboria amentacea) heeft een verfijnde smaak. Het lust alleen de katjes van de Els. Wil ze deze katjes op haar bordje krijgen dan moet ze vroeg in het voorjaar opstaan. Als je op dit moment goed zoekt tussen de oude bladeren van vorig jaar dan vind je daar de kleine bekertjes van het Elzekatjesmummiekelkje.
De bekertjes hebben slechts een doorsnede tot ongeveer een centimeter en het steeltje is altijd net lang genoeg om ervoor te zorgen dat het bekertje boven de afgevallen bladeren van het vorige seizoen uitkomt. Het is maar een heel klein bekerzwammetje en deze bekertjes groeien alleen op de mannelijke katjes van Elzen van het vorig jaar. Het paddenstoeltje komt te voorschijn op het moment dat de nieuwe katjes verschijnen. Gedurende de tijd dat de Els bloeit komen de sporen vrij uit de bekertjes.
Als de katjes hun stuifmeel losgelaten hebben en op de vochtige grond onder de bomen vallen, worden ze besmet met de daar rondvliegende sporen. Het hele jaar leeft de schimmel van het Elzekatjesmummie- kelkje op deze afgevallen katjes om dan het volgend voorjaar, als de Els weer gaat bloeien, bekertjes te vormen en zo de volgende generatie elzenkatjes te infecteren.
Er is een grote groep van deze zeer gespecialiseerde mummiekelkjes. Zo is er een soort die op hazelaarkatjes leeft en één die alleen op berkenkatjes voorkomt. Maar ook andere katjesdragers als wilgen en populieren hebben hun eigen mummiekelkje. Met dertien soorten leveren deze bescheiden bekertjes hun aandeel in de biodiversiteit van Nederland.
Tekst en foto's: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Bron:
Natuurbericht.nl