Schorssteeltjes (
Chaenotheca
spp.) zijn zeer kleine, enkele millimeters hoge, speldenknopvormige korstmossen, die groeien in schorsspleten van oude bomen of op dood hout. Doordat ze meestal met tientallen bij elkaar staan, vallen ze toch een beetje op. Inmiddels is gebleken dat het wilgenschorssteeltje niet zeldzaam is in een groot deel van de Biesbosch. Zij is vooral te vinden op droog, zacht, verrot hout van oude, nog rechtopstaande, dode stammen, bij voorkeur van wilgen waarvan de top is afgebroken.
Afkomst
Waar deze nieuwe soort vandaan is gekomen blijft nog de vraag. Het meest voor de hand liggende is dat de soort overgewaaid is uit plekken waarvan de korstmosflora nog niet goed bekend is. De zeer kleine sporen van schorssteeltjes kunnen met luchtstromingen waarschijnlijk grote afstanden afleggen. Bij het uitgevoerde DNA-onderzoek bleek materiaal van
C. ‘gracillima’
uit India verwant aan het Biesboschmateriaal. Dus wellicht ligt hier een oorsprong, maar verder onderzoek is nodig om hier duidelijkheid over te krijgen.