De wisenten op de Brabantse Maashorst stappen geleidelijk over op najaarskost nu de dagen korter en kouder worden. Langzaamaan bereiden ze hun darmgestel voor op de wintertijd. Houtige kruiden, blad, biezen, twijgjes en boombast komen op het menu. Van het eiwitrijk gras eten de dieren minder.
De Maashorst
Op de Maashorst lopen de wisenten in een afgezet gebied van ongeveer tweehonderd hectare. Daar kunnen ze zowel op open veld als in het bos naar voedsel zoeken. In het lage eikenbos van het terrein doen de dieren zich tegoed aan de overvloed aan de op de grond liggende eikels. Volgens Leo Linnartz van ARK Natuurbeheer is het belangrijk dat zo'n eikelmaaltje wordt aangevuld met ander voedsel. De eikels bevatten namelijk veel tannine (looizuur). Door naast eikels ook veel ander voedsel te eten, voorkomen de wisenten dat ze buikpijn krijgen van het looizuur.
Kudde
De kudde van elf wisenten in dit gebied wneemt niet alleen van de natuur, ze geven ook iets terug: mestvlaaien bijvoorbeeld. Die worden uitgepluisd door dassen, zoekend naar mestkevers en andere insecten. Ook graven wisenten grote ondiepe zandkuilen. Daar liggen en rollen ze, en verspreiden zo de plantenzaden die in hun vacht zijn meegelift. Als je de wisenten wilt zien moet je soms goed speuren. Hoe reusachtig ze ook zijn: tussen de talrijke stammetjes van laag eikenbos vallen hun donkere gestalten nauwelijks op. Wie woest stampende, snuivende bizons verwacht komt bedrogen uit. De wisenten maken amper geluid. Zelfs als ze wegrennen doen ze dat bijna geruisloos.