Help mee met in kaart brengen plastic vervuiling na containerramp
• 14-01-2019
• leestijd 2 minuten
Op de website Waddenplastic.nl kan iedereen meehelpen met het in kaart brengen van de aangespoelde microplastics in en om de Waddenzee na de containerramp. Na de ramp s op de eilanden en de Friese en Groningse kust veel troep aangespoeld, waaronder fijne HDPE-plastic korrels. Deze plastics vormen een potentiële ecologische ramp die we nu nog onvoldoende overzien.
Citizen science
Marien ecologen uit heel Nederland hebben op Schiermonnikoog uitgezocht wat de beste methode is om de plastics in kaart te brengen. Marien ecoloog Laura Govers (RUG/NIOZ): "We hebben gekozen voor een methode waarbij alle mensen met een groot hart voor de wadden mee kunnen doen. Vrijdag 11 januari is de webapp waddenplastic.nl gelanceerd waarmee iedereen de wijd verspreidde microplasticvervuiling in het hele Waddengebied in kaart kan brengen. Echte citizen science zeg maar.”
Gevolgen voor de voedselketen
Prof. dr. Tjisse van der Heide, verbonden aan de RUG en het NIOZ: "De grote stukken zijn gelukkig snel opgeruimd. Maar om die kleine korrels op te rapen heb je haast een pincet nodig." Het plastic en piepschuim dat achterblijft, waaronder dus de korrels, valt met verloop van de tijd steeds verder uitéén tot micro- of zelfs nanoplastics. "En die kunnen gegeten worden door dieren onder in de voedselketens: pieren, mosselen, dieren in de bodem. Deze dieren worden op hun beurt weer gegeten door grotere dieren, waaronder vogels en zoogdieren. Op de lange termijn hoopt het plastic zich steeds verder in de voedselketen op."
Doe mee!
Help mee met het in kaart brengen van de aangespoelde microplastics in en om de Waddenzee. Hiermee krijgen de onderzoekers hopelijk een goed ruimtelijk beeld waar de korrels liggen en of dat bijvoorbeeld gekoppeld is aan vloedmerk. Dit kan helpen om gerichte schoonmaakacties op touw te zetten. Daarnaast kan deze data een goede uitgangssituatie zijn voor lange termijn onderzoek.
Naast het NIOZ zijn ook onderzoekers van Wageningen Marine Research en de Radboud Universiteit betrokken bij dit onderzoek.
Bron: RUG