Het ziet er misschien niet zo prettig uit, maar er zit wel een interessant verhaal achter: sterrenschot. Ook wel bekend als heksensnot. Het is wit en doorzichtig en soms zitten er zwarte puntjes in. Je kunt het voornamelijk in het voorjaar tegenkomen.
Fotograaf: johanvanzijll
Eitjes
Het slijm is afkomstig van een vrouwtjes pad of kikker. In het voorjaar komen ze uit hun winterslaap. Reigers of andere roofdieren lusten dan wel zo'n sappig dier. Dus: hap, slik, weg! Maar de buik van de kikker of pad zit in het voorjaar vol met eitjes en de gelei waar de eitjes in zitten. Dit is dan nog zeer geconcentreerd en compact.
Fotograaf: Rob-wijn
Opzwellen
Zodra de reiger de kikker of pad heeft opgegeten, komt de gelei in contact met vocht in de maag. Hierdoor zwellen de eitjes enorm op. Het roofdier krijgt hier buikpijn van en braakt de gelei uit. Op die manier kun je hier en daar in de natuur hoopjes met een wit-achtig gelei tegenkomen.
Sterrenschot of heksensnot?
Vroeger wist men nog niet waar deze gelei vandaan kwam. Mensen dachten dat het een residu van een vallende ster was. Vandaar sterrenschot. De naam heksensnot is niet zo lastig te verklaren. Er werd gedacht dat voorbijvliegende heksen hun neus hadden gesnoten.