© Fotograaf: Koen Suyk
Iedereen heeft een jeugdzonde. Voor cabaretier Hans Sibbel waren dat giftige planten. Van alles heeft hij uitgeprobeerd als puber. En dat gifvirus heeft hem nooit helemaal losgelaten.
Lees hieronder de gehele column:
Het is weer paddenstoelen tijd.
Dan ruikt het in het bos, zoals vroeger in mijn studentenhuisje de doucheruimte rook.
Schimmel. De weeë geur van afbraak. Tot stof zult gij wederkeren. En daarna de herrijzenis van nieuw leven.
Mooi he.
En ik lees weer die magische naam. De Groene Knolamaniet. Giftigste der giftige paddenstoelen. Gewoon in Nederland. Als je ernaar kijkt krimpt je lever al ineen. Maar hij geurt zoetig las ik. Waarom? Waarom wil hij gegeten worden? Wat is de bedoeling?
Ik moet er steeds aan denken.
Ik ga een jeugdzonde op biechten. Ik weet niet precies waarom maar ik was rond mijn twaalfde, dertiende, in de ban van giftige planten.
Ik denk dat het me een gevoel van macht gaf. Dat ik dan gif had om mensen iets aan te doen.
Het begon met de Dieffenbachia. Dat is een middelgrote groene kamerplant en die is giftig.
En wij hadden de Dieffenbachia. Een fors exemplaar en op een middag heb ik 1 groot blad van deze plant eraf gesneden. In de keuken heb ik het blad a la Dexter in kleine stukken gesneden en met de knoflook pers tot sap verwerkt. En toen had ik een klein flesje met daarin groen water. Na een paar uur zakte het groene drab naar beneden. Ik keek er veel naar. Ik fantaseerde.
En ik moest weten hoe giftig het was. Je had toen geen internet of wat dan ook.
Alleen een huiskamer planten boek waarin stond dat het een giftige plant was. Zodat je niet in geval van nood eraan begon te knabbelen denk ik......
Weken heb ik getwijfeld maar de wil om echt iets giftigs te hebben bleef. Zoals je met een pistool ook 1 keer moet schieten om te kijken of ie het echt doet zeg maar.
Hoe kon ik dit uitproberen? Niet op onze lieve kat. Ook niet door het in het eten te gooien.
Ik zag maar 1 uitweg. Zelf proberen.
Ja, ik weet het, ik zie in vrij grote neonletters boven mijn hoofd staan NIET DOEN!
Maar ja. Het puberbrein.
Dus wel doen.
Ik besloot 1 theelepeltje te nemen. Ik weet het, als het echt giftig was ging ik eraan maar ik was zo nieuwsgierig. Dus 1 theelepeltje met Dieffenbachia drab.
Niet doen. Dat is nu mijn oude mannentip. Niet doen.
Het brandde in mijn mond en het voelde alsof ik door duizend naalden in mijn gehemelte werd geprikt. En dat was het signaal het uit te spugen en de mond goed te spoelen.
Mijn conclusie was dat het onbruikbaar gif was omdat je het niet door kon slikken.
Ik heb het weggegooid.
Het gif virus heeft mij nooit losgelaten. Mijn absolute favoriete tuinplant is de berenklauw. Ik las dat de bladeren heel giftig en gevaarlijk zijn. Dus ja. Dat moest ik proberen.
Vooral de mededeling dat het alleen giftig was als de plant in de zon stond vond ik fascinerend.
Goed. Lang verhaal kort. Berenklauw op regendag, blad eraf en op mijn huid gewreven.
Geen gevolgen. Twee dagen later. Volle zon. Binnen een kwartier grote brandblaar. En nu een witte plek op mijn huid die er nog steeds zit. Ik begreep wel dat ik dat maar niet in mijn mond moest steken.
De Dieffenbachia had mij daarvan genezen.
En dan lees ik nu over de groene Knolamaniet.
In het Engels de Death Angel genoemd. Extreem giftige paddenstoel.
Geen zorgen hoor. Ik ben nu 63. Ik ga het echt niet doen. Mijn brein is inmiddels volwassen. Maar toch, toch, toch, .....
Toch denk ik even, wat zou er gebeuren als ik.....
Meer over:
hans sibbelMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.