Sommige haaien en roggen worden wel twee keer zo oud als eerst voor mogelijk werd geacht. Uit onderzoek blijkt dat de leeftijd van de dieren in eerdere studies aanzienlijk werd onderschat.
Onderzoeker Alastair Harry bestudeerde 53 verschillende populaties haaien en roggen die eerder uitgebreid door andere wetenschappers waren onderzocht. Gemiddeld zaten de wetenschappers zo'n achttien jaar naast de echte leeftijd. Sommige dieren bleken wel 34 jaar ouder te zijn dan eerder werd aangenomen.
Groeiringen
Het idee voor dit onderzoek ontstond nadat er was ontdekt dat de zandtijgerhaai veertig jaar oud kon worden in plaats van twintig jaar oud. Ook de leeftijd van de Nieuw-Zeelandse haringhaai is 22 jaar onderschat.
De leeftijd van haaien wordt meestal bepaald door te kijken naar de groeiringen in de wervels. Volgens onderzoeker Alastair Harry wordt met deze methode de leeftijd waarschijnlijk onderschat. Zodra een haai een bepaalde leeftijd of omvang heeft, ontstaan de groeiringen niet meer of worden ze onbetrouwbaar.
Systematisch probleem
Het lijkt erop dat de leeftijdsschatting systematisch fout gaat. En dat is problematisch, want de leeftijd van haaien en roggen worden gebruikt als er schattingen worden gedaan naar de grootte van populaties van de dieren. De verkeerde leeftijden kunnen leiden tot optimistische populatieschattingen. Harry haalt het voorbeeld van de keizersbaars aan: de soort bleek veel langer te leven dan gedacht en zich pas op hoge leeftijd te gaan voortplanten. Dat betekent dat de keizersbaars zich bij tegenslagen langzaam herstelt, omdat het lang duurt voordat de jongen vruchtbaar zijn.
Haaien en roggen worden regelmatig als bijvangst opgevist. Door de verkeerde schattingen in leeftijd kan het effect van de vangst op de totale populatie verkeerd worden berekend.