Honderd jaar geleden ving een Friese schooljongen bij toeval de grote vuurvlinder. De vondst zorgde voor sensatie onder entomologen, want deze vlinder leek uitgestorven en leeft alleen in Nederland. Natuurjournalist Caspar Janssen schreef er een spannend boek over.
Terwijl handelaren jacht maakten op exemplaren van het extreem zeldzame en waardevolle dier, vormde de jonge natuurbeweging samen met Friezen een kordon rond de vlinder, en om het bedreigde veenlandschap, het laatste bastion van de oranjerode schoonheid. Voor het eerst in de geschiedenis werd een vlinder de inzet van een strijd voor natuurbehoud, een strijd tegen uitsterving, die tot op de dag van vandaag doorgaat.
De ontdekking van de vlinder kwam maar net op tijd, concludeert Caspar Janssen in deze reconstructie van de ontdekking en van wat er volgde. Zijn zoektocht voert door het Friese en Overijsselse veen, langs bevlogen vlinderkenners, archieven en verborgen vlinderkasten. Daarbij stuit hij op illustere helden en, uiteindelijk, op de eerste, bewaard gebleven, opgeprikte vlinders.