Galloways
© jangerhardus
Grote grazers zoals gallowayrunderen en konikpaarden doen in de duingebieden niet waar ze voor zijn uitgezet: ze houden de duinen namelijk niet kaal. Beheerders kunnen in plaats daarvan zich beter richten op herstel van de konijnenpopulaties concludeert Harrie van der Hagen, landschapsecoloog bij drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder Dunea.
Van der Hagen voerde tien jaar lang onderzoek uit in duingebied Meijendel dat bij Den Haag en Wassenaar ligt. Dit gebied wordt sinds 1990 begraasd door dertig gallowayrunderen en konikpaarden. Deze dieren worden in meerdere gebieden ingezet voor natuurlijke begrazing. Ze moeten voorkomen dat de duinen dichtgroeien en beschermen zo de bijzondere duinnatuur.
© Unsplash
Maar Van der Hagen stelt met zijn onderzoek vast dat dat een illusie is: de komst van de uitgezette grazers heeft "geen significant effect gehad" op de ontwikkeling in de duinen.
Mogelijk is het konijn geschikter voor duinbeheer. Met hun gegraas en gegraaf zijn ze goede werknemers: ze zorgen ervoor dat de duinen omgewoeld en vernieuwd worden. Hierdoor ontstaan kale plekjes in het landschap. De konijnen graven ook holen en daar maken andere soorten dankbaar gebruik van. Zo broeden de tapuit en de bergeend broeden bijvoorbeeld in konijnenholen.
Konijnen zijn dus heel belangrijk in de duinen, maar ze worden bedreigd door virusziektes. Myxomatose is hier een voorbeeld van: een virus dat ooit met opzet is geïntroduceerd om konijnenplagen tegen te gaan. Sinds 1950 is het aantal konijnen met vijftig procent afgenomen. Ze staan zelfs op de Rode Lijst.
Ecologen en natuurorganisaties werken hard om het konijn in het duingebied ‘in de benen te houden’. Hierbij wordt naar bijplaatsing gekeken. In de podcast Vroege Vogels en Andere Dieren praten konijnenkenners Jasja Dekker en Myrthe Fonck verder over het uitzetten van konijnen in het duingebied.
Bron: ANP
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.