Het walmt in de Kaaistoep. Deze keer niet van zoogdierdrollen of stinkende planten, maar insecten. In onze zomerserie deze week de geur van de kleine kruipers. Wantsen staan bekend om hun vieze geur, maar die zijn niet de enige. Paul van Wielink, insectenexpert, doet al jaren onderzoek in de kaaistoep en kon de stinkers van de geurlozen goed onderscheiden.
Oeveraaskever
Een insectengroep die ontzettend kan stinken is die van de aaskevers. Uit verdediging komt er een soort stinkend gas onder hun schilden vandaan. Bij de oeveraaskever is dat een sterke muskusgeur, die nog uren aan je handen kan blijven kleven. Die geur komt dus niet van de kadavers die ze eten, maar van een geur die ze zelf produceren.
Grootste stinkers
Een van de grootste stinkers: het lieveheersbeestje
De grootste stinkers zijn toch wel de wantsen en het lieveheersbeestje. Eerstgenoemde ruikt naar muffe nootjes die te lang in de kast hebben gelegen. Elke wantsensoort heeft weer zijn eigen specifieke geur, zo ruikt de berkspitssnuitwants naar oud amandelspijs. Een van de grootste stinkers is ook het zevenstippelig lieveheersbeestje, die uit verdediging een bittere gele substantie verspreidt.