De provincie Noord-Brabant heeft voor komende jaren grote plannen voor de natuur. Provincie, waterschappen en terrein beherende organisaties (Natuurmonumenten, Brabants Landschap en Staatsbosbeheer) gaan allerlei maatregelen uitvoeren om de natuurgebieden robuuster te maken en kwalitatief te verbeteren, zodat de biodiversiteit er kan toenemen.
De werkzaamheden worden uitgevoerd met geld dat grotendeels door Rijk en provincie beschikbaar gesteld wordt. Zoals een kleine 21 miljoen euro voor hydrologische en ecologische aanpassingen in de Natura 2000-gebieden Kempenland-West, Leenderbos, Groote Heide en De Plateaux.
Meer gebieden
Staatsbosbeheer, Brabants Landschap, Natuurmonumenten en de waterschappen hebben ook plannen klaarliggen voor natuurherstel in onder meer Brabantse Wal, Ulvenhoutse Bos, Strabrechtse Heide, Loonse en Drunense Duinen, Kampina en Oisterwijkse Vennen, Vlijmens Ven, Regte Heide en Groote Heide. Het gaat hierbij voornamelijk om herstelmaatregelen in heideterreinen en graslanden, zoals extra maaien, gescheperde begrazing en plaggen. Ook staan verbeteringen aan vennen op het programma, zoals baggeren en bomen verwijderen van de oevers. Met deze werkzaamheden is nog eens ongeveer 30 miljoen euro gemoeid.
PAS
Als gevolg van landbouw, industrie en verkeer komt er te veel stikstof in de natuur. Daarom startte de overheid in 2015 met het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Met deze aanpak wil de overheid het overschot aan stikstof beperken en natuurherstel mogelijk maken.
Veel natuurherstelmaatregelen gebeuren dus in het kader van het PAS en moeten in 2021 klaar zijn.
De discussie
die momenteel bij het Europees Hof en de Raad van State wordt gevoerd over het PAS heeft hierop geen nadelige invloed. Met andere woorden: de geplande natuurherstelmaatregelen vinden gewoon doorgang.