Midden in het vlakke land van Noordoost-Groningen ligt een soort archipel van kleine waterplasjes die zijn ontstaan door dijkdoorbraken tussen 1550 en 1717. Iedere kolk is een uniek natuurgebiedje.
De oorspronkelijke dijken zijn bij de ruilverkaveling voor de landbouw afgegraven. Op een (bodem)historische kaart van 1961, gemaakt door L. de Smet van Universiteit Wageningen zijn alle voormalige dijken en kolken ingetekend. Die kaart vormt de basis voor de werkgroep Kolken van IVN Bellingwedde bij het inventariseren en beheren van deze natuurgebiedjes.
Karakteristiek
Van de 95 kolken die De Smet intekende zijn er nu 30 teruggevonden. Onderzoek laat zien dat elke kolk zijn eigen karakteristiek heeft. Zo zijn er zoetwatermossels (zwanen- en schildersmossel) gevonden bij de Kolk Nieuwlandseweg en zoutminnende plantjes bij Kolk Oudnieuwlandseweg.
Herstel
De meeste kolken zijn bezit van Staatsbosbeheer, die er bij de ruilverkavelingen in de jaren '80 vaak bomen heeft aangeplant. De werkgroep Kolken heeft Staatsbosbeheer geïnspireerd om tot een beheerplan te komen. Vraag is wel naar welke periode je de kolk zou moeten herstellen: naar de oorspronkelijke toestand na de dijkdoorbraak, of conserveer je de huidige situatie en laat je de bomen staan. Door de bomen is er veel bladafval in de kolken beland en dit heeft een dikke sliblaag op de bodem achtergelaten.