Massaal staren voetballiefhebbers in deze periode naar een veld vol gras. Het gaat natuurlijk om de bal die er overheen rolt, maar dat gras moet wel perfect zijn: groen en egaal. Op een willekeurig voetbalveld in Nederland staat een mengeling van twee type grassoorten: het ijzersterke Engels raaigras (Lolium perenne) en veldbeemdgras (Poa pratensis).
Maar als jij je gazon een tijdje niet maait, heb je vast wel gemerkt hoeveel verschillende soorten pluimen er naar boven komen. Dan pas kan je goed zien wat er allemaal aan grassen groeit, zoals straatgras, beemdgras en roodzwenkgras. In het plantenrijk blijkt de grassenfamilie een van de soortenrijkste te zijn: maar liefst 12.000 soorten wereldwijd! In Nederland vind je ongeveer 120 soorten in het wild, dat zijn er een stuk meer dan de soorten die in een monotoon weiland groeien.
Er zitten soorten tussen die overal woekeren en profiteren van de grote hoeveelheden stikstof en droogte. Zo speelt het pijpenstrootje (Molinia caerulea) een rol in de vergrassing van de heidevelden. Maar in de grassenfamilie zitten ook soorten die juist zeldzaam zijn. Het bevertje (Briza media) is zo'n soort die het in het wild moeilijk heeft in Nederland. Pas dus op met het uittrekken van een sprietje in je tuin.
Hoe herken je een grasspriet
Eigenlijk moet je weten welke grassoort je voor je hebt. Maar dat is bij grassen best ingewikkeld en een loep is daarbij onmisbaar. Een grassoort is in het algemeen te herkennen aan zijn karakteristieke bouwplan. Om een soort te bepalen kijk je naar de stengel, het blad, de bloeiwijze (pluim) en de bloem (aartje).
Rondom de aanhechting van het lijnvormige blad zitten de bladschede, het tongetje en de oortjes die telkens verschillen per soort. Voor de herkenning zijn vooral de aartjes belangrijk. Die moet je met een loep bekijken want elk klein aartje bestaat weer uit één of meer bloemen. Die hebben een groen kelk- en kroonkafje, soms een kafnaald, meeldraden, stamper en stempel. Het herkennen van een grassoort wordt zo wel een studie apart!
Daarnaast hebben sommige grassoorten een kenmerkende geur. Gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum) ruikt naar toffee en wordt daarom ook wel toffeegras genoemd. Hoewel de smaak licht toffee-achtig is, wordt afgeraden van dit gras te snoepen. De werkende stof kan problemen met de ademhaling en het hart veroorzaken.
"De geur van gewoon reukgras ruik je door blad te plukken en te kneuzen. Maar zo'n prachtig bloeiend grasje pluk je niet, dat laat je in schoonheid achter voor een volgende bewonderaar."
Het is onmogelijk om alle soorten in deze familie hier te behandelen. Het zijn soorten die overal ter wereld voorkomen en variërend van straatgras (Poa annua) tot gerst (Hordeum vulgare). Grassen leveren ons meer dan de helft van alle voedingsenergie in de vorm van meel, rijst en mais. Het kan zelfs dienen als bouwmateriaal en vee ligt uren te herkauwen om al dat gras om te zetten in eiwitten en calorieën voor ons.
Iets om over na te denken de volgende keer als je voetbal kijkt met een biertje en een broodje in je hand. Dat heb je allemaal te danken aan gras!
Voor heel veel grazers is gras een voedingsbron en ideale plek om zich te verstoppen.