Vanaf 2008 is Nederland gestart met de grootschalige uitvoering van het Grensmaasproject. In 2027 zou al het werk af moeten zijn. De ingrepen die ze in het gebied doen zijn eenmalig en leggen de basis voor natuur die uit zichzelf moet ontstaan. De Grensmaas mag haar eigen ding doen en de enige invloed die de beheerders nog kunnen uitoefenen is met het beheer van de grazers.
In het gebied lopen Galloways en Koniks rond. In totaal zijn het er zo’n 300 en ze kunnen vrij grazen langs heel de Grensmaas en zorgen er dus voor dat niet heel het gebied vol groeit. De beheerders noemen deze kuddes de sleutel tot het gebied. Ze kunnen namelijk nog wel de grootte en samenstelling van de groepen bepalen. Hiermee bepalen ze dus in feite ook de graasdruk in het gebied.
Maar je kunt niet zo maar dieren uit de kudde halen. De kudde kent namelijk een sociale structuur met dieren van verschillende leeftijden. Oude individuen, jonge kalfjes, maar ook puberende dieren. Zij grazen anders en hebben dus op een andere manier invloed op het gebied. Daarom is het belangrijk om de kudde goed in de gaten te houden. Elke week gaan veevrijwilligers het gebied in om het gedrag van de kudde te monitoren. Ook worden er DNA-monsters genomen. Op deze manier wil Natuurmonumenten inzicht krijgen in de structuur van de kudde en de samenstelling optimaal houden voor de begrazing van het gebied. Zij zijn de sleutel tot het beheer van de Grensmaas.
Met hoogwater kan het snelstromende water van de Grensmaas hele stukken land en zelfs bos wegslaan. Wanneer het water weer zakt, moet op deze kale plekken de successie weer op gang komen. Eerst wat korte pioniersvegetatie, dan struweel en uiteindelijk bos. De grazers helpen dit proces te vertragen en sommige plekken open te houden. Op deze manier blijft er veel variatie in het landschap en kunnen een diversiteit aan soorten zich vestigen rond de Grensmaas.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.