In het najaar trekken de goudplevieren door Nederland. De vogels worden op een traditionele manier ‘geflapt’ om ze te zenderen, zodat onderzocht kan worden waar de goudplevieren naar wormen zoeken.
Het ‘flappen’ van goudplevieren (vangen met een net en een lokvogel) is een oude traditie. Vroeger werden goudplevieren gevangen om te verkopen aan de poelier. Voor de arme boeren in Friesland vormde de goudplevier - ook wel ‘wilster’ genoemd - in de winter een welkome aanvulling op het karige inkomen. Het wilsterflappen gebeurt nog steeds, maar sinds 1978 wordt deze trekvogel uit Scandinavië alleen nog gevangen voor onderzoek.
Wormenonderzoek
Jeroen Onrust is promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen en doet onderzoek naar het belang van regenwormen voor de goudplevieren. Hij heeft een aantal vogels uitgerust met een zender. Zo heeft hij een beeld kunnen krijgen van de foerageerplekken van deze vogel, die vooral ’s nachts wormen eet.
Zijn onderzoek wijst uit dat door de lagere grondwaterstand voor de intensieve landbouw de rode regenworm minder naar de oppervlakte komt. Dit zorgt ervoor dat de goudplevieren uitwijken naar nattere gebieden waar ze nog wel gemakkelijk wormen kunnen vinden. Daarmee wordt de ‘wilster’ steeds minder een weidevogel en steeds meer een vogel van de ‘wetlands’.
Door een storing kunnen de fragmenten niet goed geknipt worden. Het fragment begint om 01.40 minuut.
Roofvogels
De afgelopen twintig tot dertig jaar is het landschap ook minder open geworden omdat er meer grond in gebruik is genomen voor wegen en woningen. Dit betekent dat het foerageergebied van goudplevieren met ruim 20% in oppervlak is afgenomen. De verdichting van het landschap maakt dat er meer uitkijkplekken voor roofvogels zijn ontstaan. Hierdoor vluchten weidevogels als de goudplevier ook steeds meer naar andere gebieden.
Wintervogel
Rond 1900 broedde de goudplevier in Nederland in kleine aantallen in de heidegebieden van de Peel en Drenthe. Mede door ontginningsactiviteiten is hij als broedvogel sinds de jaren dertig van de vorige eeuw in Nederland uitgestorven. Daarom staat de vogel ook op de Rode Lijst.
In Nederland zijn goudplevieren het meest in het voorjaar (maart-april) en in het najaar (september-november) te zien. Als het een zachte winter is, blijven grote aantallen goudplevieren in Nederland hangen.