Elke vogel pikt, duikt of jaagt op zijn eigen manier een maaltijd bijeen. Sommige vogels hebben een wel erg bijzondere manier ontwikkeld om dat te doen. Als derde in de Zelf Geschoten reeks over foerageertechnieken van de vogel: de specht!
De beelden zijn gemaakt door Gerrit Stronks, Jan-Willem Godding, Wenpetaus, Frits Otte, R.C. Veenhuis, Nico Danenberg, Hoozemans, R. van Dokkum en Simone Sweijen.
Als men het heeft over de 'specht', denkt men al snel aan de grote bonte specht met zijn herkenbare rode kopje. De familie specht bestaat uit verschillende soorten. De grote bonte specht, de middelste bonte specht en de kleine bonte specht. Daarnaast zijn de zwarte en groene specht in Nederland te vinden, alleen worden die minder vaak gezien. Ook de draaihals is onderdeel van de familie specht.
Zowel de bonte specht als de zwarte specht hakken met hun snavel kenmerkende grote gaten in takken en stammen van bomen. Hierin maken ze hun nest en vinden er hun voedsel.
Middelste bonte specht
© Fotograaf: Sjoerd 52
De bonte als de zwarte specht eten in het voorjaar en in de zomer insecten en hun larven. In naaldbossen eten ze 's winters vaak ook de zaden van sparren- en dennenkegels. De zwarte specht is gespecialiseerd in het eten van houtmieren. Ook lusten ze graag noten, voornamelijk hazel- en walnoten. Daar pikken ze in, of ze nemen de noot mee naar een holletje wat ze van tevoren al uit hebben gehakt. Ze stoppen dan de nootjes halverwege in die holletjes, zodat ze, zittend tegen de boomstam, het nootje kunnen oppeuzelen. Soms duwt hij de vruchten met zijn tong in verborgen kamertjes, zodat hij ze later kan opeten als hij honger krijgt.
Door te hakken, peuteren, hameren en kappen in het hout van bomen en takken, vinden ze voedsel onder de bast. Ze gebruiken hun scherpe snavel en lange kleverige tong om daaruit insecten los te peuteren. Om een insect uit zijn hol te halen, gebruikt de vogel zijn lange tong. Aan het einde van de tong zitten een soort borstels, waar vooraan haakjes zitten. Aan deze haakjes blijven de mieren, poppen en larven vastzitten als de tong in de gangen wordt gestoken.
De snavel van de specht is als een beitel. Hiermee hakt en timmert hij erop los om een gangetje bloot te hakken. Per seconde slaat een specht wel acht tot tien keer met grote kracht tegen een stam!
Zwarte specht
© Fotograaf Jan Sweijer
De groene specht leeft in half-open landschappen. Hij broedt graag in gebieden waar bomen aanwezig zijn, maar waar het open genoeg is om op de grond te foerageren. Deze specht tikt (meestal) niet tegen de boom aan om te eten, zoals je dat ziet bij de grote bonte specht en de zwarte specht. Nee, deze specht foerageert op de grond om mieren op te peuzelen. Hier verzamelt de groene specht het liefst grote mieren, vooral rode bosmieren. Deze slurpt hij met zijn lange tong naar binnen, net zoals de zwarte en bonte specht dat doen.
De draaihals is met zijn bruine camouflagekleuren een heel ander soort specht dan de bekende grote bonte specht. Draaihalzen foerageren in heischrale vegetaties op zandgrond en leven van mieren en andere ongewervelden. Op de grond zoekt hij naar zijn voedsel, waarbij hij zijn lange kleverige tong in mierengangen steekt.
Draaihals
© Foto: WilfriedSolarz
Bron: Vogelbescherming, Dieren en Planten, Sovon
Meer over:
spechtMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.