Elke vogel pikt, duikt of jaagt op zijn eigen manier een maaltijd bijeen. Sommige vogels hebben een wel erg bijzondere manier ontwikkeld om dat te doen. In deze Zelf Geschoten reeks duiken we in een paar opmerkelijke foerageertechnieken van vogels. De tweede vogel die aan de beurt is: de kluut!
De beelden zijn gemaakt door Judith Ros, Harry Brummelhuis, José Schamp, Kleijweg, Roald van Os, Wil Adriaansen en Henk van Duuren.
De kluut is een broedvogel die voorkomt in Nederland. Naast de 'gewone' kluut, bestaat ook de steltkluut in Nederland, hoewel deze veel zeldzamer is en maar van eind maart tot en met augustus te vinden is in Nederland. Toch kregen we veel filmpjes ingestuurd van steltkluten. Beide dieren zijn steltlopers, al zijn de poten van de steltkluut een stuk langer en meer rood/roze gekleurd. Daarnaast wijst de snavel van de 'gewone' kluut krom omhoog aan het uiteinde, terwijl de snavel van de steltkluut juist recht is.
Foeragerende kluut
© Fotograaf LeenEus
De kluut is uniek door zijn opvallende zwart-witte verenkleed. Met zijn opgewipte snavel foerageert hij lopend in modder en ondiep water met heen en weer zwaaiende, maaiende bewegingen van de kop. Net zoals de lepelaar! Zo zeeft hij door het slik om bijvoorbeeld wormpjes en garnaaltjes te filteren, op de tast. Het liefst foerageert hij in water met een fijne sliblaag, daar maait hij met zijn snavel op een kiertje open, doorheen. Zodra er een garnaaltje of ander voedsel naar binnen zwemt, klapt de kluut zijn snavel direct dicht. Het dieet van de kluut bestaat vooral uit zeeduizendpoten.
Het foerageren gebeurt vooral in zoute milieus, waar veel stikgebieden zijn met eilandjes met kale grond, schelpen, wat planten en kort gras, vaak met plevieren en sterns. Maar ook in zoete gebieden gebeurt dit weleens, als het gebied maar korte vegetatie heeft.
Tijdens de broedtijd foerageren kluten meer door te roeren en pikken. In dit geval vangt de kluut vooral slijmgarnaaltjes, roeipootkreeftjes, springstaarten en mosselkreeftjes. Een leuk weetje hierbij is dat wanneer de kluut kuikens heeft en aangevallen wordt, hij suggereert dat hij gewond is. Hij laat dan een vleugel hangen om de belager af te leiden.
De steltkluut heeft langere rozerode poten en een lange, rechte, dunne snavel. De steltkluut broedt en eet het liefst in ondiepe wateren tot 20 centimeter zonder getij. Door de lange poten hebben ze het voordeel dat ze wat verder het water in kunnen lopen dan de meeste steltlopers. Op het droge zijn de lange poten iets onhandiger, ze moeten dan vrij ver doorbuigen om voedsel van de grond op te pikken.
Steltkluut
© Fotograaf: bonteklepper
Ondiepe zoet-, brak- en zoutwatermoerassen, rijstvelden en zoutextractiebekkens zijn typische broedplaatsen van de steltkluut. Nu denk je vast: rijstvelden? Die komen niet in Nederland voor! Dit klopt: steltkluten zijn bijna kosmopolieten (wereldburgers), op elk continent behalve Antarctica komen ondersoorten van de steltkluut voor.
De steltkluut eet allerlei kleine ongewervelde waterdieren: slakjes, waterkevers, larven van vliegende insecten, spinnen, wormen, kikkervisjes, noem het maar op! Wel zoekt hij zijn voedsel vooral in ondiep water. Daar prikt de steltkluut met zijn rechte snavel in de bodem, maar ze zwiepen ook van links naar rechts met hun snavel om voedsel te zoeken. Dat maakt duidelijk dat ze bij de klutenfamilie horen.
Bron: Vogelbescherming
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.