Zutphen is de stad van David de Gorter, grondlegger van de Nederlandse floristiek. Met zijn boeken over flora wilde hij dat niet alleen kenners, maar ook gewone mensen het belang van planten zouden begrijpen. Daarom bracht hij met zijn boek Flora Zutphanica de planten in en om Zutphen in kaart. Nog altijd is Zutphen een interessante stad als het om planten gaat, hoewel je er nu heel andere soorten kunt vinden.
In de tijd van David de Gorter, zo’n 300 jaar geleden, was kennis over planten lang niet voor iedereen beschikbaar. In 1745 schreef hij het boek Flora Gelro-Zutphanica over planten in Gelderland. Meerdere boeken volgden en opvallend was dat De Gorter niet alleen de Latijnse namen, maar ook de volksnamen gebruikte.
De laatste vijf jaar van zijn leven bracht de Gorter door in Zutphen en in 1781 publiceerde hij Flora Zutphanica, een boek dat geschikt was voor een breed publiek over planten en hun groeiplaatsen.
Stinkende gouwe
© Vroege Vogels TV
Zutphen en de natuur in Nederland zijn de afgelopen drie eeuwen natuurlijk nogal veranderd. De stad is ver buiten de omringmuren getreden. Veel van die stadsmuren zijn verdwenen, samen met de muurbloemen die hierop groeiden.
Ton Denters is een echte standsplantenkenner en heeft Zutphen ook in kaart gebracht. “Zutphenaren zijn van het spontane groen op straat, het mag gewoon groeien,” vertelt hij. In de binnenstad kun je zo’n 480 soorten wilde planten vinden.
Een historische plant is ‘stinkende gouwe’, een medicinale plant. In de tijd van Gorter heette deze Ogenklaar of Schellekruid. Men gebruikte deze geel bloeiende plant tegen staar. Het Grasklokje beschreef Gorter al in zijn Flora Zutphanica onder de naam Kleine wilde Raponce of Klokjes. De Latijnse naam was wel al hetzelfde. De zachtblauwe bloemen zijn nog tot in de herfst te zien.
Kijk ook zaterdag 17 december 2022 naar Zutphen om 19.50 uur op NPO 2!
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.