Rusland kan mondiaal gezien worden als donor op natuurgebied. Het land beschikt over 20 procent van het bos op aarde, heeft de grootste omvang van ongecultiveerd land, enorme watervoorraden en unieke ecosystemen en biodiversiteit.
Bovendien heeft Rusland natuurlijke rijkdommen die zeer belangrijk zijn voor de wereldeconomie: zo heeft Rusland 30 procent van de wereldvoorraad gas, ongeveer 10 procent van de oliereserves, 50 procent van de diamanten en 25 procent van al het nikkel, 17 procent van het tin etcetera.
Ten oosten van het Oeralgebergte komen drie landschapstypen voor. In het verre noorden ligt de boomloze toendra, die op een permanent bevroren ondergrond, de permafrost, de Euraziatische landmassa over een lengte van 4000 km bedekt. Ten zuiden hiervan maken uitgestrekte naaldwouden (sparren, dennen en ook berken) van de taiga plaats voor uitgestrekte graslanden, de steppes.
Toendra
De toendra strekt zich uit tot enkele honderden kilometers ten zuiden van de Noordelijke IJszee. De arctische toendra, op de eilanden en de noordelijkste delen van het vasteland, is boomloos en er komen zelfs nauwelijks struiken voor. De vegetatie bestaat vooral uit mossen en korstmossen, waaronder rendiermossen.
De brede zuidelijke toendra is wat meer begroeid met dwergstruiken op, zoals veengebieden met veenmos voor, vooral (12 soorten) berken, sparren, lariksen, jeneverbessen, heidesoorten en wilgen.
Taiga
De taiga wordt gekenmerkt door een landschap van naaldbossen met veel meren en moerassen. Spar en grove den domineren veelal, verder naar het oosten treden Larix sibirica, Abies sibirica en Pinus sibirica op. In de ondergroei zijn bosbessoorten kenmerkend, zoals berendruif, veenbes en bosbes. De naaldbossen van de taiga gaat via gemengd bos met zilverberk en ratelpopulier en eik, en in Europees Rusland met haagbeuk en taxus, over in een zone van loofbos, met uiteenlopende bomen als iepen, essen, esdoorns, linden, elzen en in het westen de beuk. Veel van deze bossen zijn echter vernietigd en de moerassen zijn hier voor een goed deel drooggelegd.
Een brede gordel van boomsteppen, met vooral eik in het westen en berk in het oosten, vormt een overgang naar de zone van grassteppen, die vooral het gebied van de vruchtbare zwarte aarde beslaat en grotendeels in cultuur is gebracht. In de steppen domineert vedergras, zwenkgras, fakkelgras en alsemsoorten. In het voorjaar, tijdens de regenperiode, verandert de steppe in een kleurig bloementapijt met bol- en knolgewassen, eenjarigen, onder andere Citellus pygmaeus, en door anemoon- en adonissoorten.
Zoutmoerrassen
Plaatselijk komen zoutmoerassen voor met zoutminnende planten zoals schorrekruid en zeekraal. De vegetatie van de woestijnen is schaars en bestaat, naast alsemsoorten uit enkele zoutminnende planten als Kochia, Camphorosma, Salsola en Anabasis.
Op sommige plaatsen langs de Zwarte Zee en de Kaspische Zee heeft de vegetatie een mediterraan karakter. De Kaukasus heeft een zeer rijke bergplantengroei.