Financiële prikkel nodig voor meer 'groene' landbouw
• 25-02-2020
• leestijd 3 minuten
© bron: pixabay
Boeren investeren vooral in natuurinclusieve landbouw als zij gemotiveerd zijn, bereid zijn om risico’s te nemen en er van overtuigd zijn dat een andere vorm van landbouw mogelijk is. Maar daar is wel meer geld en zekerheid voor nodig. Dat stellen het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Vrije Universiteit Amsterdam op basis van een studie. Slimme financiële prikkels zijn nodig om tot opschaling van natuurinclusieve landbouw te komen.
Natuurinclusieve landbouw is een vorm van kringlooplandbouw die naar een ecologisch houdbare vorm van voedselproductie streeft. Dit betekent dat dit type landbouw waar mogelijk gebruik maakt van natuurlijke processen, en de bedrijfsvoering zo goed mogelijk afstemt op het omringende ecosysteem.
Voor dit onderzoek is er een enquête uitgegaan onder boeren, waaraan door ruim 950 LTO-leden en ruim 150 niet-LTO-agrariërs hebben deelgenomen. Meer dan de helft deze boeren heeft al maatregelen genomen, zoals extra weidegang, bloeiende akkerranden of gebruik van groenbemesters. Boeren die nog geen grote milieumaatregelen hebben genomen (40 procent), willen best meer doen maar alleen als daar een vergoeding tegenover staat.
Financiële prikkels voor de boer
PBL stelt dat voor het verder opschalen van natuurinclusieve landbouw een combinatie van financiële prikkels gewenst is, bijvoorbeeld een combinatie van vergoedingen uit het EU Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, rentekortingen en meerprijzen. Boeren die al iets aan natuurinclusieve maatregelen doen zijn eerder bereid een stapje meer te doen. Zij beschikken al over de kennis en motivatie om deze middelen goed te benutten.
Om ook andere boeren mee te krijgen, is het beter verspreiden van kennis over deze vorm van landbouw en het geven van aandacht aan de onzekerheden waarmee de omschakeling naar dit type landbouw gepaard gaat, van groot belang. De omschakeling betekent vaak een extensivering van de bedrijfsvoering en dus een ander verdienmodel. Hoe dan ook, lange termijn zekerheid in het beleid, maar ook in de financiële prikkels, is nodig om boeren de zekerheid te bieden die nodig is om hun bedrijfsvoering, en daarmee ook het Nederlandse landbouwsysteem natuurinclusiever te maken.
Reactie Boeren Natuur: Dit onderzoek laat zien dat veel boeren al aan de slag zijn met natuur inclusieve landbouw en dat een financiële beloning die beweging gericht kan versterken en versnellen. Maar die financiële beloning komt er niet van zelf die zullen we met elkaar moeten gaan organiseren.
Reactie LTO: Boeren willen een bedrijfsvoering die in economisch, sociaal en ecologisch opzicht overdraagbaar is naar een volgende generatie. In dat denken past een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering. Het onderzoek bevestigt dat een meerderheid stappen zet maar ook is klip en klaar dat maatregelen economisch verantwoord moeten zijn. Dat kunnen niet alleen subsidies zijn. De markt, dus consumenten zullen uiteindelijk bereid moeten zijn daarvoor te betalen.
In een reactie laten de Rabobank, Triodos bank en Nationaal Groenfonds weten blij te zijn met de resultaten van dit onderzoek. Rabobank wil deze financiële prikkels samen met ketenpartijen (waaronder de overheid) ontwikkelen en tot nieuwe verdienmodellen komen. Triodos Bank heeft de natuurinclusieve bedrijfsvoering zich inmiddels overduidelijk bewezen als volhoudbaar bedrijfsmodel. Een extra financiële prikkel kan nog twijfelende boeren stimuleren deze stap toch te zetten. En Nationaal Groenfonds functioneert graag als smeermiddel in dit financiële proces.
Bron: Planbureau voor de Leefomgeving