Fenolijn 29 augustus 2021

Terwijl de meeste vogels hun snavel houden is het spitsuur voor bijen, wespen en zweefvliegen. Op de Vroege Vogels fenolijn (het nummer is 035-6711338) zijn deze week waarnemingen te horen van een Franse veldwesp, een moeraspendelzweefvlieg, maar ook wegtrekkende ooievaars en bloeiende grasklokjes. Verder hoor je hoe twee boomvalken het hebben voorzien op enkele foeragerende boerenzwaluwen.

Dhr. Zwanenburg uit Dronten meldt dat de vogeltrek is begonnen. ‘Vanmorgen heb ik de eerste overtrekkende en roepende wespendief boven een bosstrook in de buurt van Lelystad waargenomen’. De roofvogel trekt in deze periode weg en reist via Spanje en Portugal naar zijn overwinteringsgebied in West-Afrika. De wespendief leeft voornamelijk de larven van wespen. Hij vindt simpelweg de grondnesten van wespen en graaft deze uit. Door zijn stijve kopveren en dikke huid rondom zijn poten wordt hij niet lek gestoken.

Dick Kortekaas uit Haarlem meldt dat hij op een bloeiende kropaar grote klonten ziet, die bestaan uit vele honderden gevleugelde insecten. ‘Ze deden me denken aan vliegende mieren, maar het waren mugjes, ze worden ook wel mestmugjes worden genoemd’. In Nederland leven zo’n 32 soorten mestmuggen (scatopsidae). Ze leven vooral in vochtige omgevingen. De meeste soorten zijn zwart van kleur. In het Engels heten ze Black Scavenger Flies, dus afvaleters of aaseters. Mestmuggen kan je vinden op composthopen, rottend blad, fruit, paddenstoelen, maar ook rottend hout en mest.

Wil je zelf een eersteling of laatsteling doorgeven, of een hele bijzondere waarneming spreek dan de Vroege Vogels fenolijn in (het nummer is 035-6711338).

Kijk hier voor meer informatie over de fenolijn.