Fenolijn 23 maart 2025

Nestelende ooievaars, zingende vinken, de eerste bloeiende bosanemonen, een zingende cetti’s zanger, de knoppen van de schoenlappersplant die op springen staan, appelvinken, een bloeiende akkergeelster en een bijzondere ontmoeting met een bever. Deze waarnemingen zijn zondag te horen op de Vroege Vogels fenolijn (het nummer is 035-6711338). 

Joke van Velzen: ‘We zijn aan het watervogels tellen in Loenderveen en we zien onze eerste boerenzwaluwen. Verschrikkelijk leuk! Zo voor de molen langs vliegend. Het is echt geweldig’. De boerenzwaluw is een opvallende verschijning in Nederland. In ons land zijn de vogels van maart tot oktober te zien. Ze broeden tussen mei en augustus, vaak in boerenschuren of onder daken, plekken die hen gemakkelijke toegang bieden tot zijn nest. Afhankelijk van de voedsel- en weersomstandigheden kunnen de vogels zelfs twee legsels per seizoen hebben. Als er één vogel 'gezellig' zingt, dan is het de boerenzwaluw! Korte strofes van een seconde of drie worden vaak afgesloten met een trillertje aan het eind. De boerenzwaluw heeft een lange staart en een duidelijke lichte buik. De huiszwaluw heeft een korte staart en witte stuit.

Loes uit Heerlen: ‘Tijdens onze dinsdagwandeling in Wahlwiller in Zuid-Limburg zagen we het eerste oranjetipje’. Heel erg vroeg eigenlijk. Er is nog geen pinksterbloem te zien, maar wel een oranjetipje!’. Het mannetje van het oranjetipje is goed te herkennen, hij heeft oranje punten op zijn vleugels. De vrouwtjes hebben die punten niet en lijken daarom veel op koolwitjes. Aan de onderkant van de vleugels is het verschil wel duidelijk: bij de vrouwtjes-oranjetipjes is het wit met groene vlekjes (gemarmerd) en bij koolwitjes gewoon wit.

Wil je zelf een eersteling of laatsteling doorgeven, of een hele bijzondere waarneming spreek dan de Vroege Vogels fenolijn in (het nummer is 035-6711338). Dat kan ook via whatsapp.

Kijk hier voor meer informatie over de fenolijn.