Fenolijn 21 november 2021

De gele trilzwam, late lepelaars, een merel die zijn hoogste lied zingt, een dagpauwoog, bloeiend bitterzoet en een weiland vol wulpen. Deze meldingen zijn zondag te horen op de Vroege Vogels fenolijn (het nummer is 035-6711338). Verder hoor je een mooi verhaal over hoe een eenvoudige nachtkaardespin iemand kan ontroeren.

Herman Ras uit Uitgeest meldt dat hij bij het Alkmaardermeer een paartje nijlganzen heeft gezien ‘met pullen van hooguit drie weken oud’. ‘Het waren zeven stuks’, voegt hij eraan toe. Terwijl het broedseizoen voor de meeste vogels allang voorbij is, zijn er ook soorten die het hele jaarrond nakomelingen kunnen krijgen. Zoals de nijlgans. Sinds de jaren ’60 komt deze van oorsprong Afrikaanse vogel in Nederland voor. De nijlgans is grijsbruin gekleurd en is goed te herkennen aan de donkere vlek rondom het oog. Het is een eendachtige vogel, die gemiddeld een tot twee broedsels per jaar heeft.

Daphne de Boer uit Drachten meldt dat ze opvallende ontdekking deed na een herfstwandeling in de Beetsterzwaagse Bossen in Friesland. ‘Er kroop een teek uit mijn mouw, die zich eerst tegoed had gedaan aan mij. En daarna kruipend uit mijn mouw kwam. Ik was helemaal verbaasd dat er in deze tijd van het jaar nog teken waren. Dus toch nog goed opletten’. In november kan je dus nog een tekenbeet oplopen. Op zonnige dagen met temperaturen boven de tien graden verlaten sommige teken hun winterrustplaats in de bodem. In december en januari zitten de meeste teken in de bodem, goed beschermd tegen winterse omstandigheden. Maar op een zachte winterdag, als de zon schijnt kunnen er een paar tevoorschijn komen. 

Wil je zelf een eersteling of laatsteling doorgeven, of een hele bijzondere waarneming spreek dan de Vroege Vogels fenolijn in (het nummer is 035-6711338).

Kijk hier voor meer informatie over de fenolijn.