Fenolijn 035-6711338
• 26-04-2018
• leestijd 1 minuten
© Fotograaf: Johannes22
Na de eerste grote golf aan lentevlinders en trekvogels als de koekoek, de boerenzwaluw en de gierzwaluw is de tijd aangebroken van de eerste libellen van het voorjaar. Door het warme weer zijn al verschillende soorten te zien. Zoals de vuurjuffer en ook de noordse witsnuitlibel. Ook beekrombouten, grote roodoogjuffers, glassnijders, platbuiken, smaragdlibellen, de viervlekken en de venwitsnuitlibellen zijn weer actief.
Vuurjuffer
De vuurjuffers waren dit jaar wat aan de late kant, maar toen het warm werd begonnen ze massaal uit te sluipen. Ze doen dan als het ware hun 'larvejas’ uit. Het grootste deel van zijn leven brengt de vuurjuffer door onder water: als larve. Tijdens de paring vormen vuurjuffers een paringswiel. Het vrouwtje buigt haar achterlijf naar de borst van het mannetje. Na de paring legt het vrouwtje haar eitjes in het water, waar weer nieuwe larven uitkomen.
Iets bijzonders natuurlijks gezien, of een eersteling- of laatsteling, bel naar de Vroege Vogels fenolijn op
035-6711338
.
Bron: Vlinderstichting