Fenolijn 035-6711338
• 16-03-2018
• leestijd 1 minuten
© Bosgeelster (foto: Twan Teunissen)
Met het lenteweer barst het van de baltsende zangvogels. Naast merels, vinken en zanglijsters worden nu ook tjiftjaffen en veldleeuweriken gehoord. En de eerste grutto’s zijn ook al gezien. De meeste overwinteraars zijn inmiddels naar hun broedgebieden in het noorden verdwenen.
Groener
De natuur wordt langzamerhand ook een stukje groener en kleurrijker. Veel vroege voorjaarsbloeiers worden in deze periode gemeld. Zo ook de verschillende soorten geelsterren. Met hun kenmerkende stervormige gele bloemen en grasachtige bladeren. Vijf soorten hebben we in ons land: de weidegeelster, de akkergeelster, de schedegeelster, de bosgeelster en de spitse geelster. Ze verspreiden hun zaden onder meer via mieren. Die zijn er dol op. Daarom worden de zaadjes ook wel mierenbroodjes genoemd.
Iets bijzonders natuurlijks gezien, of een eersteling- of laatsteling, bel naar de Vroege Vogels fenolijn op
035-6711338
.