Wezel
© Wezel gefotografeerd door marcoverbove
De laatste lepelaars, de rups van de zuringuil, Scandinavische tjiftjaffen en bloeiend dubbelkelk. Deze meldingen zijn zondag te horen op de Vroege Vogels fenolijn (het nummer is 035-6711338). Net als een ontmoeting met een wezel en een bijzonder verhaal over een gaai en een kat.
Dhr. Zwanenburg uit Dronten meldt dat hij tijdens een wandeling in het Waterloopbos in Marknesse een web heeft gevonden van een Grote gerande oeverspin. ‘De spin zat op het nest waarin jonge spinnen zaten en die zij beschermde’, laat hij verder nog weten. Het is een van de grootste spinnensoorten in Nederland en is vooral te vinden in oevervegetatie van laagveenplassen. Het dier is te herkennen aan de (geel)witte banden over de zijkanten van het kopborststuk en het achterlijf. De jongen komen in de late zomer en het najaar uit de eicocon, overwinteren in de planten. Het jaar worden ze nog niet volwassen. Pas in het tweede jaar vindt de laatste vervelling plaats.
© Nest van de grote gerande oeverspin. Fotograaf: Luc Hoogenstein
Hans Gartner uit het Friese Nes meldt dat de najaarstrek flink aan de gang is. ‘Ineens zijn de kepen er. En de grote groep van vinken is inmiddels ook hier. Met honderdduizenden zijn ze overgestoken vanuit Zuid-Zweden richting Denemarken en nu zijn ze hier’, aldus Gartner. ‘Het is prachtig’, voegt hij er nog aan toe. Kepen zijn de zogeheten noordelijke tegenhangers van onze vinken. Ze hebben een witte buik, een oranje borst en een gele snavel met een zwart puntje. In de winter staan vooral de beukennootjes, zaden en oogstresten op het menu.
Wil je zelf een eersteling of laatsteling doorgeven, of een hele bijzondere waarneming spreek dan de Vroege Vogels fenolijn in (het nummer is 035-6711338).
© Keep. Fotograaf lubbertspaanse
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.