Een neushoorn, een olifant, een kasuaris en een leeuw. In de Gouden Eeuw was Amsterdam de handelsstad van de wereld. Naast specerijen en vele andere nieuwe producten namen de zeelui ook met grote regelmaat dieren mee uit den vreemde.
In de zeventiende en achttiende eeuw vormde Amsterdam daarom het hart van de handel in exotische dieren.
Menagerie
De dieren zoals leeuwen, gieren, papegaaien en stekelvarkens gingen naar particulieren en naar een zogenaamde menagerie, de voorloper van onze huidige dierentuin. De meest bekende menagerieën waren Blauw Jan aan de Kloveniersburgwal of herberg De Witte Oliphant op de Botermarkt (het huidige Rembrandtplein).
Blauw Jan omringd door zijn dieren met rechts de koningsgier. Tekening door Jan Velten, ca. 1700
Ria Winters
Een Amsterdammer die regelmatig een bezoek bracht een deze plekken was Jan Velten, die omstreeks 1700 een groot aantal dieren tekende en schilderde. In het boek
"Exotische dieren in historisch Amsterdam"
gebruikt auteur Ria Winters de tekeningen van Velten en andere getuigenissen om de geschiedenis van de dieren in de Gouden Eeuw te Amsterdam te beschrijven. Zelf heeft ze ook tekeningen gemaakt van de exotische dieren in de stad.