EU-landen eens over verbod wegwerpplastic
• 19-12-2018
• leestijd 2 minuten
© bron: pixabay
Er komt een verbod in de EU op plastic wegwerpartikelen waarvoor betaalbare alternatieven zijn, zoals rietjes, bestek en borden. Het gaat om tien producten die het meest als zwerfvuil terecht komen op de stranden en in zee. Onderhandelaars van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de EU-landen hebben woensdagochtend vroeg in Brussel een principeakkoord bereikt over de richtlijn die dit regelt.
Opruimkosten
Ook drank- en voedselverpakkingen van piepschuim, roer- en wattenstaafjes, ballonstokjes en zakjes van dun plastic vallen onder het verbod. De richtlijn bepaalt verder dat producenten van onder meer sigarettenfilters, ballonnen en bepaalde voedsel- en drankverpakkingen vanaf 2021 moeten betalen voor de opruimkosten van hun zwerfafval.
De lidstaten moeten 90 procent van alle plastic flessen gescheiden inzamelen tegen 2029 en vanaf 2030 moeten alle nieuwe plastic flessen uit minstens 30 procent gerecycled materiaal bestaan. Het gebruik van wegwerpbekers en fastfoodverpakkingen moet worden teruggedrongen.
Zodra het onderhandelingsresultaat formeel is afgestempeld wordt de richtlijn van kracht, over ongeveer twee jaar.
Aanpak zwerfafval
Vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie presenteerde in mei maatregelen in de strijd tegen wegwerpplastic. Hij is blij met “het ambitieuze akkoord”. “Deze overeenkomst helpt echt om mens en planeet te beschermen. Europeanen zijn zich ervan bewust dat plastic een enorm probleem is en de EU toont hier moed. Dit maakt ons een wereldleider in de aanpak van zwerfvuil.”
Reacties
Greenpeace noemt het verbod “een fantastische stap in de strijd tegen het verstikkende monster dat wegwerpplastic heet”. De internationale milieuorganisatie roept overheden op er nu voor te zorgen “dat grote plasticverbruikers als Coca-Cola en Unilever met doelstellingen komen om minder plastic te produceren.”
Ook milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux is tevreden. “Deze maatregelen stimuleren bedrijven om zwerfafval te voorkomen en in te zetten op betere inzamelsystemen. Het is ook eerlijker dan de huidige situatie, waarbij de rekening voor opruimkosten terechtkomt bij de gemeenten, en dus de belastingbetalers.”
Bron: ANP