En verder: Fenolijn & Botanische bandiet

Terwijl dagvlinders als de kleine vos, de dagpauwoog en de gehakkelde aurelia genieten van hun winterrust, is het seizoen van enkele soorten nachtvlinders nu pas aangebroken. Zoals de zwartvlekwinteruil, een vlinder die zich pas vanaf november laat zien, na de eerste nachtvorst. De rupsen leven in mei en juni op allerlei soorten bomen en struiken, waaronder sleedoorn, sering en roos.

Andere nachtvlinders die in de winter actief zijn, zijn de wachtervlinder, bosbesuil en roodkopwinteruil. De wachtervlinder is te herkennen aan de kleine niervlek op de voorvleugel met aan weerszijden daarvan een klein ‘satellietvlekje’.  Iets bijzonders natuurlijks gezien, of een eersteling- of laatsteling, bel naar de Vroege Vogels fenolijn op 035-6711338 .

Meer over het Feno-project bij De Natuurkalender .

Bron: Vlinderstichting

In de serie “Botanische bandieten” gaan we met botanisch filosoof Norbert Peeters langs de planten die we als invasieve exoot bestempelen. Planten die ongebreideld voortwoekeren en vaak onze inheemse soorten verdringen. Maar ooit zijn ze naar Nederland gehaald vanwege hun nut of schoonheid. Deze keer: de waterhyacint.