De meeste kanalen in ons land hebben harde, steile oevers, waar vissen niets te zoeken hebben. Zeker jonge vis niet. In de Kaderrichtlijn Water heeft ons land doelen gesteld om de visstand in onze water te verbeteren, ook in kanalen. Eén van de manieren is het aanleggen van natuurlijke oevers, met glooiende bodems en rietkragen. Het idee is dat vissen die oevers kunnen gebruiken om te paaien en te schuilen. Maar werkt dat in de praktijk ook zo? In opdracht van de provincie Noord-Holland is RAVON (Reptielen, Amfibiën en Vissenonderzoek Nederland) vorig jaar gestart met een groot onderzoek.
Kraamkamers
Uit de eerste resultaten blijkt dat de natuurvriendelijke oevers inderdaad worden gebruikt als kraamkamers voor vissen. "In de kanalen met zo'n oever komen veel meer jonge vissen voor dan in de kanalen zonder zo'n oever", zegt Jelger Herder van RAVON. Die natuurvriendelijke oevers kunnen ook een soort bron zijn van jonge vissen, waar de rest van het water ook van profiteert. De afgelopen jaren is er maar liefst honderd miljoen euro geïnvesteerd in deze oevers. "Goed besteed geld", durft Herder nu al te concluderen.