Waarom breekt de Jan-van-Gent zijn nek niet, als hij met een rotgang in het water duikt? Of waarom heeft de bijeneter zulke vreemde pootjes? Vogelonderzoekers Arnold van den Burg en Kas Koenraads proberen dit soort vragen de komende tijd te beantwoorden. Centraal staat de vraag, hoe vogels zich lichamelijk hebben aangepast aan de manier waarop ze leven.
Al het onderzoek moet uiteindelijk leiden tot de eerste anatomische vogelatlas ter wereld. De studie begint allereerst op de snijtafel, waar elke vogel minutieus wordt ontleed. De onderzoekers proberen zo de diversiteit van de bouw van vogels tot op het bot te doorgronden. Letterlijk.
En wat kwam al zoal voorbij op de snijtafel: een aalscholver, een noordse stormvogel, een wespendief, een kluut, een houtsnip en een kruisbek.
Zondag komen Arnold van den Burg en Kas Koenraads bij Vroege Vogels langs, met een tiental opgezette vogels.