© Paul W.J. de Groot
Vier jonge Nederlandse studenten reisden in 1968 naar Spitsbergen om daar een jaar lang onderzoek te doen naar ijsberen. Nu vijfenvijftig jaar later is het logboek van deze bijzondere reis gepubliceerd: Een jaar bij de ijsberen.
Eind jaren zestig van de vorige eeuw is de jacht op ijsberen normaal. Ook op Spitsbergen. Om het effect van de jacht op deze dieren te weten te komen wordt er een internationaal onderzoek gestart. Als de jonge student Eric Flipse hiervan hoort weet hij zich aan te sluiten bij het onderzoek. Samen met Ko de Korte, Paul de Groot en Piet Oosterveld wordt het viertal door een zeehondenjager met 40 ton uitrusting en voedsel voor twee jaar afgezet bij Kapp Lee, op Spitsbergen.
© Eric Flipse
In het logboek worden niet alleen de weersomstandigheden bijgehouden, maar ook het werk van de vier onderzoekers. De werkomstandigheden zijn zwaar en contact met vrienden en familie verloopt moeizaam. Fineke te Raa was getrouwd met Eric Flipse en vond het telefoneren via Scheveningen vreselijk: “Iedereen luisterde mee dat was heel vervelend.” De eerste beer meldde zich op 1 september 1968 en wordt Barend genoemd. Naast het berenonderzoek worden er ook rendieren en vogels onder de loep genomen. De vogels worden geprepareerd en mossen worden bestudeerd.
© Anne van Wijngaarden
De Spitsbergen expeditie van de vier studenten levert een belangrijke bijdrage aan het internationale besluit van 1973 om de ijsbeer te beschermen. In de tijd van de expeditie leefden er rond de 9000 ijsberen op Spitsbergen. Tegenwoordig zijn dat er drie keer zo veel.
Meer over:
ijsbeerMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.