De plekken waarvan bekend is dat er sneeuwspringers voorkomen zijn op de hei en rond zandverstuivingen. Hier groeien mossen die het insect, verwant aan de vlo, met hun zuigsnuit leegzuigen. Het zou dus ook niet gek zijn in de duinen te zoeken naar de sneeuwspringer, want op deze zandgronden zouden ze ook kunnen voorkomen. Dit is alleen nog
nauwelijks waargenomen, dus de onderzoekers van EIS horen graag van mensen die ze hier zien. Je kunt dan het beste zoeken naar een koperkleurig, vlo-achtig insect dat rondspringt. Als het sneeuwt is de zoektocht het makkelijkst, omdat hij dan vanwege het contrast makkelijker te zien is.
Leven onder de barre omstandigheden van de winter vraagt om aanpassingen. De sneeuwspringer heeft in zijn lichaamsvloeistof een soort anti-vries, waardoor hij tot -8 kan overleven. Ook vleugels zijn onhandig, vliegen kost namelijk zoveel energie dat je dat in de winter beter kunt laten. Er zijn ook geen predatoren rond deze tijd van het jaar, dus vliegen is niet echt nodig. Aan het eind van de winter leggen sneeuwspringers hun eitjes onder de grond, en zullen in het zomerseizoen weer plaatsmaken voor andere insecten.
Sneeuwspringer gezien? Geef hem door op
waarneming.nl