Heel veel mensen zijn vóór duurzame energieopwekking, maar bijna niemand wil een windmolen of een zonneweide in de achtertuin. "Betrek burgers meer bij de besluitvorming", zeggen twee 'energiecoöperaties'.
Steun van het Rijk
"Wanneer bewoners protest aantekenen tegen plannen voor windmolens in de buurt van hun huizen, gooit de overheid nu te snel de handdoek in de ring", vindt Robert Vermeulen, voorzitter van de energiecoöperatie Veenwind uit de Ronde Venen. Inge Verhoef, projectmanager van energiecoöperatie De Windvogel beaamt dat. "Het rijk zou coöperaties beter moeten helpen met een landelijke draagvlakcampagne."
In gemeente de Ronde Venen krijgt de energiecoöperatie steun van de Duurzame Jongeren. "Het klimaatprobleem is een urgent probleem", zegt Else Rossing van de duurzame jongeren. "We moeten dus niet treuzelen met maatregelen. We hebben windenergie van zee én land nodig, net als grootschalige zonne-energie van zonneweides. Over 75 jaar hoop ík er nog te zijn, dus dan moeten we nú echt wat gaan doen aan de klimaatproblemen."
Burgers profiteren mee. En de natuur?
De energiecoöperaties zijn erop gericht om burgers mee te laten profiteren van de opbrengst van windmolens; in de vorm van rendement op hun investering en in de vorm van investeringen in de omgeving. "Daarbij moeten we de natuur goed in het oog houden", zegt Inge Verhoef van de Windvogel. "We moeten actief op zoek naar plekken waar windmolens de natuur zo min mogelijk schaden. Maar als het klimaat uiteindelijk drastisch zou veranderen, wordt de natuur zeker geschaad."