Tachtig procent van de Nederlandse visserij is duurzaam. Dat wil zeggen: vist met een MSC-certificaat, een keurmerk voor duurzaam gevangen vis. Hierbij wordt gekeken naar visbestand, ecosysteem en bedrijfsvoering. Maar wat het Wereldnatuurfonds betreft moeten de criteria van het MSC strenger.
MSC rapport
Onlangs verscheen het MSC-rapport “Stand in het Water 2020” waarin een analyse is gedaan van alle 125 beoordelingen en controles die de afgelopen 15 jaar zijn uitgevoerd om te toetsen of visserijen het MSC-keurmerk mogen dragen. In 2006 liet de eerste Nederlandse visserij zich meten tegen de MSC-standaard voor duurzame visvangst. Deze Noordzee haringvisserij is sindsdien gecertificeerd, en visserijen op 19 andere vissoorten volgden.
Deelnemende visserijen worden jaarlijks gecontroleerd, en vaker als daartoe aanleiding is. Elke 5 jaar vindt een uitgebreide herbeoordeling plaats. Aan bijna alle beoordelingen hebben wetenschappers of natuurbeschermingsorganisaties bijgedragen. Het Wereldnatuurfonds was twintig jaar geleden betrokken bij de oprichting van MSC, maar heeft inmiddels meer afstand genomen omdat er teveel certificaten worden verstrekt waar het WNF niet achter kan staan. Wel blijft de organisatie betrokken bij de beoordeling van certificaten.
Quota
De Nederlandse visserij is voor duurzaam beheer van visbestanden ook afhankelijk van de internationale afspraken over vangstquota. Recent zijn de MSC-certificaten voor de visserij op makreel, Atlantisch-Scandinavische haring en blauwe wijting geschorst, omdat de betrokken kuststaten geen overeenstemming konden bereiken over het verdelen van de quota. Vangst van deze soorten in 2021 mag daardoor niet als MSC-gecertificeerd worden verkocht, totdat de betrokken landen tot wetenschappelijk-gedragen afspraken komen.