Drijvende zonneparken verontrusten natuurorganisaties

Op grote meren en plassen moeten honderdduizenden zonnepanelen gaan dobberen. Dat staat volgens Trouw in een plan van het nationaal consortium Zon op Water dat donderdag wordt gepresenteerd. Maar natuurbeschermers vrezen schade aan dier en natuur: “Benut eerst eens al die lege daken.”

De zonneparken zijn nodig voor de klimaatdoelen, zegt het consortium van bedrijven, Rijkswaterstaat, 35 gemeenten en kennisinstellingen zoals TNO. Het grootste drijvende zonnepark dat Nederland nu kent, ligt in de zandwinplas bij Tynaarlo, Drenthe. Een ontwikkelaar plaatste er 23.000 panelen. Daarmee is het nu het grootste zonnepark op water in Europa.

Er liggen plannen voor drijvende zonneparken klaar die optellen tot 500 megawatt in 2021, bijna zo veel als een kleine kolencentrale. Dat aantal kan wat het consortium betreft snel verviervoudigen tot 2 gigawatt in 2023. Aan drijvende zonnepanelen zit een groot voordeel, aldus het consortium. Ze kunnen meedraaien met de zon.

Woordvoerder Kees de Pater van de Vogelbescherming maakt zich zorgen over mogelijke schade voor dier en natuur. “Er is nog veel te weinig bekend over de effecten van zonnepanelen die grote stukken water afdekken”, aldus De Pater. Stel de waterkwaliteit neemt af dan heeft dan dat weer vissterfte veroorzaken, waar dan weer lokale vogelpopulaties onder lijden.

Natuurmonumenten, de Vogelbescherming en de IJsselmeervereniging vinden onafhankelijk van elkaar: leg eerst zo veel mogelijk daken in Nederland vol. Daar is nog ruimte voor miljoenen panelen.

Bron: ANP en Trouw