Doodgereden wolvin op Veluwe was zwanger van 8 welpen

De wolvin die begin deze maand werd doodgereden op de doorgaande weg van Ede naar Arnhem, was zwanger van acht welpen. Dat is gebleken uit sectie op het kadaver volgens BIJ12, het bureau dat voor de provincies onder andere wolvenschade bijhoudt. De wolvin was zelf vrijwel zeker een welp van de roedel op de Noord-Veluwe. Daar vestigde zich in 2019 het eerste wolvenpaar van Nederland.

Onze verslaggever Henny Radstaak was vorige week op het plaats delict.

De wolvin zwierf van haar roedel naar de Zuidwest-Veluwe, bij Planken Wambuis. Daar kreeg ze in december vorig jaar gezelschap van een uit Duitsland afkomstig mannetje, dat via Overijssel naar Gelderland trok. Op cameravallen in hun territorium was volgens de terreinbeheerder in het vroege voorjaar al te zien dat het wolvenpaar aan het nestelen was.

De wolvin was waarschijnlijk op de vlucht voor recreanten die in het niet-toegankelijke rustgebied rondliepen. Ze was in een zeer goede conditie. Ze werd doodgereden door een auto op de drukke weg bij Ede. Het mannetje zit voor zover bekend nog wel bij Planken Wambuis, zegt BIJ12.

De roedel op de Noord-Veluwe bestaat volgens de wolvendeskundigen nu uit het ouderpaar, twee jonge wolven uit 2019 en vier welpen die in 2020 zijn geboren. Ze voeden zich voornamelijk met wilde zwijnen. Een jonge wolf uit 2019 heeft noordelijker op de Veluwe een eigen leefgebied. Op de Midden-Veluwe verblijft nog steeds een solitaire wolvin.

In de afgelopen maanden kregen naast Gelderland ook Friesland, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg te maken met wolven. In Friesland dook in januari één keer een wolf op. In november vorig jaar werden in Overijssel drie keer schapen aangevallen door de wolf uit Nedersaksen die onderweg was naar de Zuidwest-Veluwe. Een wolf van Frans-Alpiene afkomst heeft door Limburg en Noord-Brabant gezworven, zegt BIJ12. In Limburg duiken ook af en toe wolven op die hun territorium in België hebben. In de buurt van Eindhoven heeft zich een mannelijke wolf gevestigd.

Bron: ANP