Zomervakantie: je geeft een smak geld uit, krijgt een paniekaanval, staat in een lange rij en zit dubbelgevouwen in een vliegtuig. Doe het eens anders dit jaar stelt Dolf Jansen voor.
Lees hier de gehele column:
De STER-blokken en aanverwanten klonken nogal anders dan we gewend zijn de afgelopen twee, drie maanden. Normaal gesproken is vanaf februari een constante golf van reizen, tickets, all-in genietingen, vluchten naar tropische eilanden, cruises, campers, avontuur, nog niet ontdekte plekjes, vakantiewoningen, en andere verleidingen, allemaal perfect getimed, zodat de gemiddelde consument nog voor of toch zeker direct na de wintersport zijn maar ook haar zomervakantie kan plannen.
Maar dat is, dat begrijpt u, het oude normaal. Er valt binnenkort wel weer wat te reizen, wat te vliegen, wat te ontdekken, aan de hand van de reisorganisatie, maar het hoeft natuurlijk niet. En dus hoop ik dat we vooral, vooralsnog, voorlopig, in eigen land blijven. En geloof ik oprecht dat geen domper gestapeld op een teleurstelling hoeft te zijn, maar een kans. Een mogelijkheid, een win-win zelfs. Geen te grote bedragen, geen tickets, geen Schiphol. Geen paniekaanval in de See- Buy-Fly. Geen lange rij voor de security check. Geen dubbelgevouwen vlucht, met alle uitstoot van dien. Nee! Beklim de e-bike, zet hem op VROOM en ga op pad. En dan blijkt het in ons land helemaal niet uit te maken welke kant je op vrrrrroomt. Er is namelijk zoveel moois te zien.
Ik doe een voorbeeld. Twee vrouwen die ik ken, en die qua leeftijd ook best zelf hadden kunnen trappen op hun bike, kwamen terecht in het gebied rond oud-Zevenaar. Rivierlandschap, lange verlaten grasdijken en meertjes, die uitnodigden tot zwembewegingen, fruitbomen in de verte. In een woord, heel erg mooi. In drie woorden, prachtig. En die natuur, die verrassingen, voor de internationale vakantiereiziger zijn echt overal in ons land. Mijn zoon, die zijn ingewikkelde studie deels in Hongkong afwerkte en opvallend veel van de wereld heeft gezien, wandelde laatst ergens bij Bilthoven en kwam veertien boskilometers later meer dan enthousiast thuis. Ik zou nu ‘Vet Lid’ kunnen zeggen, maar daar begin ik echt niet aan.
Mijn mooiste jeugdherinneringen spelen zich af in de strook bos bij De Koog op Texel, in de duinen van Vrouwenpolder op Walcheren en in de Fiat 850 onderweg naar Oudewater, waar toen, begin jaren 70, van de vorige eeuw, een mevrouw ooievaar en een meneer ooievaar waren komen aanvliegen om zich eens lekker te gaan voortplanten, met uitzicht over het Groene Hart, dat toen nog niet eens zo heette.
Opeens vraag ik me af: als je er, zoals we waren in die tijd, van overtuigd bent dat de ooievaar degene is die het volgende baby’tje in het gezin komt brengen – ja het is bijna 50 jaar geleden, ja in kom dankzij mijn moeder uit een katholiek nest – wie of wat zorgt er dan voor het nageslacht van de ooievaar? Vraagteken. Uitroepteken. Ik bedoel, mijn vader was gek op vogels, maar ook voor hem waren er grenzen en terecht denk ik.
Ok. Ik vraag me ook af hoe het mogelijk is dat ik drie zomerweken doorbracht in een polder vol vrouwen en er toch geen een ook maar enigszins in mijn buurt kwam. In de politiek hoor je nog wel eens dat Nederland vol is. Ik reis er nogal veel doorheen. Ik ben van de cultuurgeneratie, die met zijn cabaret gewoon het hele land door vrrroemde, en dan in zalen terecht kwam, waar publiek ging zitten om te horen wat ik nu weer allemaal bedacht had. Het oude normaal, u weet wel. En ik weet eigenlijk zeker, dat ons land, alles behalve dat is. Vol.
En nog steeds, na die dertig jaar toeren, ontdek ik de schoonheid van de natuur, die mij ontgaan was. Dus zeg ik, geniet van uw zomer, zonder all-in armbandje. De kans dat u echt iets ontdekt is groot en het levert over vijftig jaar, of al veel eerder natuurlijk, herinneringen voor het leven op. Fijne zondag.