Ondanks de coronacrisis was het voor Barbara Baarsma, directievoorzitter Rabobank Amsterdam, een vruchtbare tijd. Een tijd waarin consumenten meer dan voorheen naar de lokale boeren trokken om daar hun voedsel te halen. En dat is precies waar zij naar streeft: kortere ketens in de voedselketen.
Export is enorm
Terwijl onze boeren 75 procent van hun productie exporteren, halen consumenten 50 procent van hun voedsel van over de grens. Een gemiddelde hap heeft 30.000 kilometer afgelegd voor die op ons bord ligt. Zelfs ons voedsel dat op Nederlandse bodem is verbouwd, maakt vaak een lange omweg. Het wordt in het buitenland verwerkt tot hapklare producten die uiteindelijk hun weg terug vinden naar de Nederlandse supermarkt. Baarsma: “Als we inzetten op korte ketens naast de internationale ketens, is de leveringszekerheid van ons voedsel uiteindelijk beter geborgd."
Boerenketen
"Als verschillende voedselproducenten zoals tomatenkwekers, aardappeltelers, veehouders en anderen samen een keten zouden oprichten die op de regio is gericht, creëer je voedselstromen die stevig genoeg zijn om aan efficiënte regionale ketens te bouwen. Boeren hebben dan zelf de keuze om op de internationale of de regionale keten in te pluggen", aldus Barbara Baarsma.
Steun aan boeren
De Rabobank heeft ook het plan in om boeren die goed scoren qua biodiversiteit een rentekorting te geven. In het kader daarvan kregen melkveehouders in Drenthe vorig jaar mei zo’n impactlening omdat ze zich sterk maken voor biodiversiteitsherstel in Nederland.