Dierenbescherming vangt jaarlijks 3400 kittens op

De Dierenbescherming begint een campagne om aandacht te vragen voor duizenden kittens die jaarlijks worden gedumpt in Nederland. "Ze worden op straat gevonden, op industrieterreinen, in doosjes in vuilnisbakken, sommigen zijn maar een paar uur oud", aldus de Dierenbescherming.

Jaarlijks vangt de Dierenbescherming 3400 kittens op. Het merendeel komt in de zomer binnen. “De dieren worden achteloos achtergelaten in dichtgeplakte dozen of vuilcontainers. Ze worden afgestaan of zwervend aangetroffen”, aldus de Dierenbescherming.

Vaak worden de kittens zwak en ziek het dierenasiel binnengebracht. Maar liefst een derde van de kittens heeft extra medische zorg nodig. Het gaat vooral om de besmettelijke, veelvoorkomende niesziekte of darmaandoeningen.

“De jonge dieren zijn kwetsbaar en met name de kleintjes die zonder moederpoes zijn gedumpt, hebben nauwelijks weerstand tegen allerlei ziekten”, aldus de Dierenbescherming. De zorg is tijdrovend en kostbaar. Daarnaast bestaat het risico dat de gezonde dieren in de asielen besmet raken door de zieke zwerfkatjes.

Naast de (soms intensieve) zorg, is het belangrijk de jonge kittens te socialiseren, zodat ze kunnen worden geadopteerd. Het opvangen van één gezonde kitten kost de Dierenbescherming 150 euro. Een ziek dier heeft nog meer geld nodig. Naast onderdak en voer krijgen de katten ook een medische check, vaccinaties en een chip.

Naast de zwerfkatten die de dierenambulances oppikken van de straat, komen de dieren ook binnen via TNR-acties (Trap, Neuter, Return). Dat betekent dat de kat wordt gevangen, gecastreerd en dan op dezelfde plek vrijgelaten, zodat ze hun weg naar huis terug kunnen vinden. Ook via de Landelijke Inspectiedienst of afdeling Preventieve Dierenhulp komen katten binnen die dierenleed ondervinden in het huis van hun eigenaren.

De Dierenbescherming gaat via sociale media voorlichting geven om het dumpen van dieren te voorkomen. Ook roept de organisatie katteneigenaren op hun dieren te steriliseren en te laten chippen.

Bron: ANP, Dierenbescherming