Nadat het decennialang niet goed ging met zeehonden in Nederland, is het dier weer helemaal terug. Sterker nog: het roofdier heeft zich weer genesteld aan de top van de voedselketen in de Waddenzee. Geert Aarts van Wageningen Marine Research/NIOZ doet onderzoek naar de zeezoogdieren en kwam tot een opmerkelijke conclusie: zeehonden eten – ieder jaar - naar alle waarschijnlijkheid de helft van alle vissen in de Waddenzee. Wij gaan op pad met Geert en varen naar zeehondenpleisterplaats de Razende Bol.
Jacht
Door het stoppen van de jacht op zeehonden en andere beschermende maatregelen zijn de populaties gewone zeehonden en grijze zeehonden sterk gegroeid. Uit recente tellingen staat de teller voor de gewone zeehond op zo’n 40.000 exemplaren in de gehele Waddenzee. Voor de grijze zeehond loopt dit cijfer op tot ruim 7600 dieren.
Visstand
De grote vraag is of de toegenomen hoeveelheid zeehonden invloed hebben op de visstand in de Waddenzee? Veel vissers zien de zeehonden als concurrenten. Deze discussie laait dan ook met enige regelmaat weer op. Maar, dat zeehonden hoofdverantwoordelijk zijn voor de teruggang van de visstand gaat er bij onderzoekers niet in.
Goed voor vis
Sterker nog, zo zegt Geert Aarts, wanneer zeehonden een stevige positie hebben aan de top van de voedselketen kan dat gunstige effecten hebben voor het gehele ecosysteem. Wanneer zeehonden veel jonge vis eten, kan dat bijvoorbeeld leiden tot minder competitie voor vissen onderling, waardoor de resterende vissen beter kunnen groeien en overleven.