De Wormenkoning van Amersfoort

Wormen die je gft-afval helpen te composteren. In sommige wijken gebeurt dat al met behulp van grote compostbakken met wormen, de zogenaamde wormenhotels. Maar in Amersfoort wordt het grootser aangepakt. Daar verwerken de tijgerwormen in Stadswormerij Amersfoort de groente- en fruitresten van de lokale restaurants en biologische winkels tot vermicompost. “Dat is de beste compost die je kunt hebben, het zwarte goud”, zegt een enthousiaste Edgar van Groningen, de initiatiefnemer van het project en ook wel de ‘Wormenkoning” genoemd.

Met een elektrische pick-up-auto haalt hij samen met zijn compaan Kees Huijbregts (de ‘Wormenbaas’) twee keer per week de groente- en fruitresten op in Amersfoort. Dat spul wordt eerst verhakseld en gaat met zaagsel erbij in een bak waar het gaat broeien en de massa een temperatuur van tegen de 70 graden bereikt. In een volgende fase gaan de tijgerwormen hun werk doen. Die vreten de resten en maken er vruchtbare compost van, de mest van de wormen dus. “De wormen zijn de darmen van de aarde, zei de Griekse filosoof Aristoteles al”, lacht Edgar van Groningen. Tijgerwormen zijn bij uitstek geschikt voor compostering, omdat de soort zich heeft aangepast aan rottend organisch materiaal en mest.

“Met 80.000 tot 100.000 tijgerwormen zijn we met de Stadswormerij Amersfoort waarschijnlijk de grootste veehouderij in de regio”, zegt Edgar van Groningen. Daar zit hem ook een klein beetje de frustratie: volgens de regels van het ministerie van LNV ben je, als je grote aantallen wormen boven de grond houdt, in feite een veehouder. Het product, de vermicompost, die goed is voor tuin en planten, wordt door het ministerie gezien als een meststof. “Gelukkig worden we gedoogd door de gemeente Amersfoort”, verklaart Edgar. Bij de Stadswormerij hopen ze dat de ambtenaren van LNV wakker worden en hun Stadswormerij als een heel ander verhaal gaan zien.