Grondel
De wilde eend en de krakeend zijn beiden grondeleenden. Deze groep onderscheidt zich van andere eenden doordat ze hun voedsel meestal aan de oppervlakte van ondiep water zoeken of daaronder, door middel van ‘grondelen’. Daarbij steekt het achterlichaam rechtop uit het water en bevinden kop en hals zich onder water.
Snavel
Krakeenden zijn vooral planteneters. Ze eten bladen, stengels en zaden. Wilde eenden eten van alles, van zaden tot insecten en slakken. Waar de wilde eend zijn voedsel alleen kan filteren met de lange lamellen in de snavel, kan de krakeend zijn voedsel ook snijden. En daarmee heeft die laatste eend een voordeel op plekken met bijvoorbeeld veel draadalgen. De krakeend kan het plantaardig materiaal in behapbare stukjes knippen. De wilde eend kan dat niet. In zoete wateren met veel van deze draadalgen is deze soort in het nadeel: het is moeilijker om aan voedsel te komen. Volgens Arnold van den Burg zorgt de slechte waterkwaliteit dat op zoveel plekken de algen de kop op steken. Dat is goed nieuws voor de krakeend, maar slecht nieuws voor de wilde eend.
Darmen
Naast de snavel is er nog een verschil tussen krakeend en wilde eend. Zo is het darmstelsel van de krakeend een stuk langer. Reden is dat onder andere die draadalgen lastiger te verteren zijn dan de zaden en slakjes, die op het menu staan van de wilde eend. De manier waarop ze hun voedsel verteren is ook anders. Waar de krakeend zand gebruikt om zijn voedsel fijn te malen, gebruiken wilde eenden steentjes.
Anatomie
De wilde eend is niet de eerste vogel die op de snijtafel is beland van de twee onderzoekers. Al eerder bestudeerden ze de anatomie van de wulp, de Jan van Gent, de aalscholver en vele andere vogels. Het project begon enkele jaren geleden om uiteindelijk te komen tot de eerste anatomische vogelatlas ter wereld. De studie begint allereerst op de snijtafel, waar elke vogel minutieus wordt ontleed. De onderzoekers proberen zo de diversiteit van de bouw van vogels tot op het bot te doorgronden. Letterlijk.