Van Ecomare op Texel tot het Natuurhistorisch Museum in Maastricht. Nederland is rijk aan prachtige natuurmusea. En die hebben allemaal zo hun eigen kroonjuwelen. Zo is het Natuurhistorisch in Rotterdam de trotse eigenaar van een mooie aktetas... van vinvispenisleer.
In het begin van de Eerste Wereldoorlog spoelden vier dode vinvissen aan op de Hollandse kust. Ze waren in aanvaring gekomen met drijvende mijnen. Bioloog Anton Boudewijn van Deinse (1885 - 1965), leraar aan het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam, had er lucht van gekregen, toog naar de kust en verzamelde tussen Katwijk en Scheveningen zeven baleinen. Na deze gebeurtenis staat de rest van Van Deinses leven in het teken van walvissen en andere zeezoogdieren.
In een halve eeuw bracht hij in het Erasmiaans Gymnasium een indrukwekkende natuurhistorische verzameling bijeen, het zogenaamde ‘Kabinet Van Deinse’. Het bestond uit skelet-onderdelen van walvis- en dolfijnachtigen, de op sterk water geconserveerde vlezige delen van deze dieren en alle mogelijke relikwieën van de Nederlandse walvisvaart. Als leraar verrijkte hij zijn kabinet ook met talloze dierkundige rariteiten die hij bij zijn biologie-lessen gebruikte.
Van Deinse fabriceerde zijn preparaten op onnavolgbare wijze met behulp van ijzerdraad, zwart gelakte plankjes, lijstjes en sokkeltjes en etiketteerde alles uitgebreid in zijn karakteristieke handschrift met sjabloonletters. Na zijn dood droeg het Erasmiaans gymnasium een deel van de collectie over aan het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie (Naturalis) in Leiden. In 1987 kreeg het Natuurhistorisch Museum Rotterdam het restant. Deze verzameling is sinds 2000 permanent tentoongesteld in een sfeervolle ruimte.