Over twee jaar is het zover: dan mag het Scheldewater vrijelijk de Hedwigepolder binnenstromen. Wat gaat er veranderen in het gebied en hoe? Onderzoekers van het NIOZ doen een voorspelling. Over vijftien jaar zal de Hedwigepolder een dynamisch getijdengebied zijn, doorsneden met geulen en begroeid met riet, zeebies en de eerste zeeasters.
Let op: Reportage gaat verder na de muziek:
Zeeuwse Hedwigepolder en Vlaamse Prosperpolder
Onlangs presenteerde het NIOZ op een symposium in Antwerpen de resultaten van een vier jaar durende modelstudie naar de toekomst van Zeeuwse Hedwigepolder en de naastgelegen Vlaamse Prosperpolder. Beide polders, samen zo'n 465 hectare groot, worden komende jaren teruggegeven aan de natuur, als compensatie voor het uitbaggeren van de vaargeul van de Westerschelde. Daartoe werd al in 2005 besloten door Nederland en Vlaanderen, maar de ontpolderingsplannen stuitten op weerstand. Begin dit jaar besloot de Hoge Raad dat de grondonteigening mag doorgaan, en dat het getijdegebied er dus ook daadwerkelijk zal komen. Vanaf 2022 staat het gebied via twee geulen in verbinding met de Schelde.
Geulen en slikken
Hoe de nieuwe natuur er precies uit zal zien, is nog onduidelijk: tegenstanders vreesden dat de ontpolderde zone in een modderpoel of saai rietveld zou veranderden. Maar op basis van computersimulaties, veldwerk en laboratoriumexperimenten schetsen de onderzoekers nu een ander beeld: de eerste tien jaar zal het gebied door de lage ligging nog weinig begroeiing hebben en vooral bestaan uit door geulen doorsneden slikken. In die tijd zullen er al wel veel vogels op af komen, vanwege het rijke bodemleven.
Na tien jaar vestigt zich de eerste vegetatie in het gebied, langs de randen en in kleine eilandjes op het slik. Na dertig jaar zullen er steeds meer hoger gelegen delen komen - de schorren - waarop de vegetatie zich zal uitbreiden. En uiteindelijk zal zo, een halve eeuw na de ontpoldering, naar verwachting een divers natuurgebied ontstaan dat lijkt op het nabijgelegen Verdronken Land van Saeftinghe.