Een jaar lang schreven ze elkaar een natuurdagboek: Aaldrik Pot over zijn natuurbelevenissen bij Norg in de Drentse bossen en Barbara de Beaufort vanaf de Groningse kleigrond van Zandeweer. De aanleiding om het boek te schrijven was een aantal vragen: ga je de natuur anders beleven als je je ervaringen vertelt aan een vreemde? Ga je daardoor anders kijken? Kun je zo béter kijken en preciezer schrijven? En wat gebeurt er op dezelfde dag op een andere plek, op andere grond?
Bijzondere waarnemingen
Als lezer volg je een jaar lang het verloop van de seizoenen in de natuur en welke bijzondere soorten en verschijnselen de dagboekschrijvers beleven. En al snel heb je door: als natuurliefhebber hoef je nooit ver te reizen om iets te kunnen waarnemen. Ook rondom het eigen huis kun je jezelf al verwonderen over alles wat vliegt, loopt en groeit.
Het boek heeft de titel ‘De onsterfelijke nachtegalen’, ontleend aan het gedicht ‘De Nachtegalen’ van J.C. Bloem. Wie denkt dat het natuurdagboek daarom vol staat van waarnemingen van nachtegalen, komt bedrogen uit. De titel is gekozen omdat beide schrijvers het gezang van nachtegalen juist zo missen, doordat de soort in hun eigen omgeving niet (meer) voorkomt.