Tijdens de ijstijden lag de Noordzee bijna voortdurend droog omdat grote hoeveelheden water in de vorm van ijs waren opgeslagen in landijskappen. In die tijd was de Noordzee geen zee maar een mammoetsteppe. Daar leefden zoogdieren zoals wolharige mammoeten, wolharige neushoorns, steppewisenten en wilde paarden, die al grazend zo naar de huidige Britse Eilanden konden lopen. De fossiele resten van deze zoogdieren zijn vandaag de dag nog volop terug te vinden. Vissers hebben al sinds het einde van de negentiende eeuw een soort bijvangst in de netten met allerlei fossiele overblijfselen uit de ijstijden.
Eurogeul
Eén van de vindgebieden waar veel fossielen gevonden worden is de Eurogeul. Dit is een gebied voor de kust van Zuid-Holland, waar een brede en diepe vaarroute is voor de schepen van Rotterdam. Er werd hier gevist maar ook gebaggerd. En in die bagger vonden die vissers heel veel botten en andere fossiele resten. Een schatkamer, die Eurogeul, en nog steeds zitten er veel fossiele resten in de netten van de vissers. Waarom de Eurogeul zo rijk is aan voornamelijk fossielen uit de laatste ijstijd, komt omdat hier de toenmalige Rijn en Maas enorme hoeveelheden sediment heeft afgezet. En tijdens de laatste ijstijd waren de rivieren een verzamelplek voor dieren om te drinken. En doordat er klei lag bij de rivieren zijn de resten van de dieren goed bewaard gebleven.
Schatkamer
Deze Eurogeul, waar dus veel fossielen liggen, is ook de leverancier van het zand waarmee de Tweede Maasvlakte en de Zandmotor is gerealiseerd. Deze twee gebieden zijn door dat zand een schatkamer vol ijstijdfossielen geworden.
Nog dagelijks worden er door een grote groep fanatieke verzamelaars fossiele resten van allerlei zoogdieren gevonden. En door deze vondsten weten we tegenwoordig bijzonder veel over de ijstijden en de zoogdieren die er toen leefden.