De lepelaar van het Markiezaat

Onder Bergen op Zoom ligt een van de vogelrijkste gebieden van Nederland. In het Markiezaatsmeer broeden zeker 125 soorten vogels. En dat pas sinds enkele tientallen jaren, sinds het water is afgesloten van de Oosterschelde. In het midden van het meer ligt een opgespoten zandplaat, de Spuitkop. Op het eiland broeden diverse soorten ganzen en meeuwen. Ook een kleine 200 lepelaar-paartjes gebruiken De Spuitkop als veilige haven om te broeden, ver weg van mogelijke predatoren als de vos.

Na de afsluiting van de Oosterschelde in 1984 waren het in eerste instantie vooral visdieven en kok- en zilvermeeuwen die het eilandje gebruikten als broedplek. In 1988 broedden de eerste brandganzen, later kleine mantelmeeuwen en in 1995 kwamen de eerste lepelaars. De lepelaars waren tijdens de opnamedagen bezig met het bouwen van nesten en het vertonen van paargedrag. Om zo mooi mogelijke beelden te maken van de kolonie lepelaars, installeert onze natuurcameraman Tim Visser zich een halve dag in een schuilhutje op het eiland.

Voor lepelaars is Nederland het noordelijkste broedland. Ze trekken in het najaar via de Franse en Spaanse moerassen naar de wintergebieden langs de West-Afrikaanse kust en het gebied ten zuiden van de Sahara. Ze broeden in moerassige gebieden, in dichte rietkragen of in moeilijk bereikbare bomen en struiken. En soms, als er geen gevaar is, zoals op de Spuitkop, broeden ze op de grond. Hun voedsel bestaat uit stekelbaarzen, garnalen, kreeftachtigen en andere kleine waterdieren. Ze zoeken hun voedsel wadend door water dat niet dieper mag zijn dan zo’n 30 centimeter, ze speuren met tastzintuigen aan hun snavel naar een prooi. Ze houden erg van de driedoornige stekelbaars.